Per dag verliezen gemiddeld zes volwassenen in de leeftijd van 18 tot 65 jaar hun partner. Soms van de ene dag op de andere. ‘Voor allen breekt er dan een periode van ontwrichting aan,’ zegt de Zwolse wethouder Nelleke Vedelaar. ‘Een tijd waarin alles op zijn kop staat en niets meer hetzelfde is: thuis, in de sociale omgeving en ook op het werk niet. Juist in zo´n periode van ontwrichting vinden we dat we ook als gemeente een taak hebben en hulp moeten bieden.’
En dat kan na een motie van Kamerlid John Kerstens. Nadat Jetta Klijnsma voor de financiering zorgde, kon de pilot ‘Steun bij partnerverlies’ in Zwolle beginnen. De motie richtte zich vooral op de werkomgeving van de nabestaande. ‘Als we kijken naar de situatie op werk, dan zien we, dat dit in Nederland nog niet goed is geregeld,’ zegt Vedelaar.
‘Nabestaanden moeten veel te snel weer aan het werk gaan. En dat terwijl iedereen kan aanvoelen dat dat niet goed gaat. Daarom is in de pilot gekozen om de bewustwording bij de werkgevers te vergroten. Op dit moment is het zo, dat een werknemer voor de rouw aangewezen is op het ziekteverlof. Dat is eigenlijk een ongewenste situatie. Om dat op een fatsoenlijke manier te regelen, mag er best wetgeving komen. Noem het rouwverlof.’
De pilot
De werkwijze van de pilot is eenvoudig. Jonge alleenstaanden krijgen na het overlijden van hun partner een bericht van de gemeente Zwolle, waarin zij geïnformeerd worden over de mogelijkheden van hulp en steun. Na zo´n drie maanden volgt dan een telefoontje van welzijnsorganisatie WijZ. ‘Heel veel nabestaanden gaan dan in gesprek met onze vrijwilligers,’ zegt Jörgen Post van WijZ.
De vrijwilligers spelen een centrale rol in het project. ‘Het gaat er om goed te kunnen identificeren welke vraag naar steun precies wordt gesteld,’ zegt Post. ‘De omstandigheden verschillen sterk van elkaar. Dat maakt dat we in alle gevallen maatwerk moeten leveren. Wij hebben zo´n vijftien vrijwilligers getraind om die hulp te kunnen verlenen.’
Nabestaanden moeten in Nederland te snel weer aan de slag
‘De vrijwilliger wees mij op een aantal zaken, waardoor ik net dat vertrouwen kreeg dat ik nodig had,’ zegt een nabestaande, die liever anoniem blijft. ‘Ik moest bijvoorbeeld leren om aangeboden hulp niet af te wijzen. De vrijwilliger heeft mij een spiegel voorgehouden. Best confronterend, maar achteraf ben ik daar heel blij mee.’
Geslaagde pilot
‘We hebben in de afgelopen anderhalf jaar gezien dat “Steun bij partnerverlies” zijn waarde heeft bewezen. Daarom wil ik dat dit de komende jaren gewoon onderdeel wordt van ons werk hier in de gemeente Zwolle. Goed afgestemd met de welzijnsorganisatie WijZ, de vrijwilligers en de professionals,’ zegt Vedelaar enthousiast.
‘Andere gemeenten hebben al gevraagd hoe “Steun bij partnerverlies” bij ons is verlopen en of zij het zouden kunnen overnemen. Ja dus,’ aldus Vedelaar. ‘Ik zie hoe positief het uitwerkt voor betrokkenen. Daar komt nog bij dat het hele proces goed is vastgelegd. Interviews met betrokkenen, werkprocessen, de financiële verantwoording, methodiekbeschrijving, voortgangsrapportages en scholing van vrijwilligers: het hele pakket aan taken en verantwoordelijkheden is helder en overzichtelijk weergegeven. Gemeenten kunnen dat zo kopiëren. Ik hoop ook dat ze dat doen, nabestaanden zijn er echt mee geholpen.’
Afbeelding: Shutterstock