Lokaal Bestuur
Droge voeten in tijden van klimaatverandering

Afgelopen zomer was het weer een aantal keer raak. Hagelstenen zo groot als tennisballen teisterden vooral het zuidoosten van het land en zorgden voor tientallen miljoenen euro’s aan schade. Volgens het KNMI zullen dit soort extreme weersomstandigheden in de toekomst steeds vaker voorkomen.

Hoe anticipeer je hier als lokale politiek op? En wat is bijvoorbeeld de rol van de waterschappen? Op zaterdag 17 september buigen verschillende politici uit alle bestuurslagen zich tijdens de CLB-bijeenkomst Groen en water in de stad en op het platteland over deze en andere vragen. Lokaal Bestuur deed alvast een rondje.

 ‘Waterschappen zijn wel degelijk politiek’

portret jan reerinkWie: Jan Reerink

Wat: Fractievoorzitter in het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

 

Waarom is wateroverlast een politiek probleem? Niemand is tegen het aanpakken van wateroverlast?

‘Politiek is wat mij betreft het nastreven van je idealen door het overheidsbeleid bij te stellen. Er gaat nu 2,5 miljard euro aan belastinggeld per jaar naar de waterschappen. Wat je daarmee doet is echt een politieke keuze. Alleen al het feit dat we die belasting kwijtschelden voor de laagste inkomens is zo’n keuze. Maar je kunt ook denken aan de taakopvatting van een waterschap: kies je voor een sobere uitvoering van je takenpakket, of kies je een wat ruimere opvatting. Mijn stelling is altijd: een rode dijk is groen.’

Wat wil dat zeggen?

‘Je kunt een waterkering aanleggen van beton en kunststof, klaar. Maar je kunt ook groen, wandel- en fietspaadjes, of een natuurvriendelijke oever met bankjes creëren. Als PvdA kiezen we voor natuurvriendelijke en ecologische oplossingen. De VVD kijkt er anders naar: “De lasten moeten worden teruggebracht, dus hoe goedkoper hoe beter”.’

Zijn er wel eens politieke problemen met andere bestuurslagen?

‘Gemeenten bouwden in het verleden op de laagste plekken in polders en kwamen daarna klagen of de waterschappen misschien iets aan de wateroverlast konden doen. Sinds de komst van de verplichte watertoets voor nieuwbouw gaat het beter. De minister wil die toets nu weer afschaffen, omdat “het ook allemaal wel kan door gewoon goed samen te werken.” Nou, niet per se dus. Daar komt bij: gemeenten hebben vaak een commercieel belang bij het aanleggen van bedrijventerreinen, daar heb je een belangenconflict. En niet alle gemeenten hebben voldoende kennis over water in huis.’

Gemeenten zijn er wel meer mee bezig nu toch?

‘Ja, zeker na al die incidenten. En de samenwerking verloopt nu dus goed.’

Wat vind je er dan van om de waterschappen onder te brengen bij de provincie?

‘Als Statenlid leerde ik dat je water echt apart moet borgen. Het grote voordeel van de waterschappen in Nederland is dat we het beleidsmatig geborgd hebben. Water kent bij ons een aparte, onafhankelijke bestuurslaag met een eigen verantwoordelijkheid en financieringssysteem. De focus is dus puur op water. Dat hebben we nodig. Daarom doen we het zo goed als Nederland.’

Is de wateroverlast daadwerkelijk toe aan het nemen?

‘Ja, en je moet je dan ook bedenken dat een ‘extreme bui’ niet overal hetzelfde is. Op de wat hoger gelegen Veluwe heeft 50mm water een andere impact dan in Kockengen waar het waterpeil 1,85m onder NAP ligt.’

Hoe voorkomen we natte voeten in 2020?

‘Het helpt om regenwaterpijpen van het riool af te koppelen, zodat regenwater rechtstreeks de grond in gaat. Tuinen minder betegelen helpt ook, net als het stimuleren van groene daken. Waterschappen werken nu ook samen met de veiligheidsregio’s. We oefenen wat we moeten doen bij dijkdoorbraken. Tot een paar jaar geleden hadden we elkaars telefoonnummer niet eens. Nu zijn er draaiboeken. De samenwerking tussen de verschillende bestuurslagen gaat goed. Wat nog wel beter moet is de taakopvatting van Rijkswaterstaat. Zij hebben soms teveel oog voor mooie nieuwe projecten en minder voor onderhoud.’

Wat raad je andere waterschappen aan?

‘Geef bij belastingaanslagen inzicht aan bewoners op welke hoogte ze eigenlijk wonen, welke dreiging ze van water kunnen hebben en wat ze daar aan kunnen doen. Daarnaast moeten we met z’n allen veel scherpere keuzes maken over welke functies geschikt zijn voor welke locatie. Houd rekening met water. Daar begint het mee.’

‘De samenwerking tussen gemeenten en waterschappen is sterk verbeterd en dat is maar goed ook’ 

portret theo maasWie: Theo Maas

Wat: Wethouder in Someren (NB)

 

Someren heeft veel wateroverlast gehad toch?

‘We hebben ontzettend veel neerslag gehad in korte tijd. Het verouderde  rioolstelsel kon de extreme regen niet verwerken. Er stond soms tot wel 20 cm water in woningen. Daar kwam niet veel later nog een heftige hagelbui overheen, met hagelstenen zo groot als tennisballen. Die veroorzaakten zoveel schade dat een maand later nog steeds blauwe zeilen op daken te zien zijn. Complete kassencomplexen zijn verwoest.’

Grondwater dat omhoog komt is toch lastig aan te pakken voor bewoners?

‘Mensen moeten zelf hun kelder waterdicht maken, verzekeraars vergoeden gevolgschade door wateroverlast soms alleen maar de eerste keer. Daarna worden mensen geacht de oorzaak aangepakt te hebben. Maar dat is lastig. Zeker als het om huurders gaat: wat als de woningbouwcorporatie zegt geen geld te hebben voor verbeteringen, en je inboedelverzekering vervolgens niet uit wil betalen omdat je de oorzaak niet hebt opgelost? Los daarvan is de emotionele schade ook groot als iemand bijvoorbeeld net verbouwd heeft en na een nieuwe waterschade weer opnieuw moet beginnen.’

Hoe kan de lokale politiek hier iets aan doen?

‘Het rioolstelsel moet aangepakt worden en daarbij moeten we met nieuwe modellen gaan werken, niet meer met neerslagmodellen van 40 jaar geleden. We stimuleren natuurlijk al dat mensen hun tuinen minder betegelen, zodat het regenwater sneller weg kan.’

Moet je dat soort maatregelen afdwingen?

‘Liever stimuleren dan verplichten. Om bijvoorbeeld groene daken te realiseren kunnen we subsidies of duurzaamheidsleningen verstrekken en informeren over investeringen. We moeten in ieder geval de samenwerking met andere overheidslagen zoals de waterschappen vasthouden, dat gaat de laatste jaren beter, en de noodzaak van die samenwerking wordt alleen maar groter.’

 ‘Het Rijk moet vooral stimuleren, maar ook het goede voorbeeld geven’

portret henk leenders

Wie: Henk Leenders

Wat: Woordvoerder natuur en landbouw in de Kamerfractie

 

Wat doen jullie vanuit de Tweede Kamer om wateroverlast tegen te gaan?

‘Lutz Jacobi en ik hebben samen de nota-Groen en water in de stad geschreven, die in juli is gepresenteerd. Daarin beschrijven we de PvdA-visie op groen en water dichtbij mensen. Daarbij gaat het in de eerste plaats over gezondheid, welzijn en het bevorderen van biodiversiteit in steden, maar ook over wateroverlast. Groen en water in de stad zijn erg belangrijk om overtollig water na stortbuien op te vangen en om hitte in de stad tegen te gaan. Het kan in de stad zo 5 graden warmer zijn dan op het platteland.’

Hebben jullie ook met mensen in het land hierover gesproken?

‘Ja, en we zijn bijvoorbeeld gaan kijken wat er is gebeurd met de toezegging van het ministerie van Economische Zaken dat er regio-ondersteuning zou komen na de recente overlast. Daaruit bleek onder meer dat de speciale verzekering die in 2002 in het leven is geroepen om de gevolgen van extreem weer op te vangen niet goed werkt. EZ betaalt een derde van de premies voor die verzekering, wat neerkomt op 9 miljoen euro per jaar. De resterende premies voor boeren zijn nog steeds erg hoog en de polissen hebben zoveel kleine lettertjes dat er vaak toch niet wordt uitbetaald. Daar komt nog eens bij dat boeren soms het ingecalculeerde risico nemen zich niet verzekeren.’

Heeft het Rijk daar een rol?

‘Ja, maar per saldo hebben lagere overheden een grotere rol bij groeninrichting en waterproblematiek. Het is daarom van belang dat er goede aansluiting is met de Omgevingswet en provinciale en lokale omgevingsvisies. Op provinciaal en lokaal niveau gaat het om planologische processen, stedelijke ontwikkeling, (versnelde) vergunningverlening en het realiseren van een stevig groenblauw netwerk. Gemeenten kunnen stimuleren dat mensen hun eigen omgeving vergroenen. Steden kunnen meer openbaar groen aanleggen. Het Rijk moet stimuleren, maar ook het goede voorbeeld geven. Zo willen we dat er meer groene daken komen. Gras, struiken, zelfs bomen kunnen op daken worden geplaatst, net als zonnepanelen die ook deel uitmaken van de definitie van “groen dak”.’

En als het stimuleren van dat soort zaken onvoldoende werkt?

‘Dan verplichten we bedrijven en overheden bij nieuwbouw of renovatie  bijvoorbeeld 50% groene daken aan te leggen. Net zoals dat in Frankrijk nu gebeurt. Links- of rechtsom, om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan moeten we nu maatregelen nemen.’

 

Afbeelding: Nationale Beeldbank