Allereerst: een gelukkig nieuwjaar! Hopelijk wordt het nieuwe jaar voor iedereen een goed jaar. Spannend zal het in ieder geval zijn: met de landelijke verkiezingen en de naar alle waarschijnlijkheid ingewikkelde formatie.
Zeker is dat de (vele) partijen in de onderhandelingen rekening moeten houden met de veranderende samenleving. Nu is dat geen nieuws, want dat doet die altijd. Ik ben bijvoorbeeld opgegroeid in een compleet verzuilde samenleving. Wij waren een rode familie. Stemmen deed je op de PvdA, lid was je van de VARA en voor de spirituele ondersteuning was er het Humanistisch Verbond. En uiteraard ging ik naar een openbare school.
Deze vanzelfsprekendheid bood zekerheid. Voor jezelf, maar ook voor jouw omgeving. Iedereen wist bij welke groep je hoorde en daar was alles mee gezegd: voorspelbaar, betrouwbaar en dus gesloten. Benauwend ook, dat groepsdenken en moeten voldoen aan door de groep opgelegde sociale normen. Het einde van de verzuiling kwam voor velen dan ook als een bevrijding.
Met het verdwijnen van de verzuiling verdween echter ook veel zekerheid. Het was destijds duidelijk ‘wie’ de vijand was: voor de katholieken de socialisten, en voor de socialisten de liberalen, etc. Op de andere groep kon je zonder enige gene neerkijken. Dat gaf een gevoel van veiligheid en geborgenheid.
In 2017 lijkt juist dat gevoel onder druk te staan. De onveiligheid in de wereld komt bijna dagelijks binnen. In onze buurlanden zijn er al aanslagen geweest en ook hier verschijnen met enige regelmaat berichten over toegenomen dreigingsniveaus en de opgeschroefde beveiliging in bijvoorbeeld onze stations. Opmerkelijk genoeg zijn onze veiligheidshandhavers steeds vaker zelf het slachtoffer van bedreigingen en wordt hen het werk werken met enige regelmaat onmogelijk gemaakt.
Iedereen wil zich veilig voelen en ergens bij horen. Daar is met het verdwijnen van de verzuiling geen verandering in gekomen. Welke keuzes je maakt en wat je vindt, bepaalt je identiteit. En dus ben je voor of tegen de islam, wil je asielzoekers wel of niet met open armen ontvangen en ben je eurofiel of anti-Brussel.
Nieuw is wel dat je die mening ongezouten de wereld in stuurt. Via een tweet of het delen van een bericht op Facebook wordt iedereen duidelijk tot welke groep je behoort. We zien daarmee een revival van de ‘verzuilde’ hokjesgeest. En nee, dat gaat niet alleen op voor de schreeuwers, de verongelijkte azijnpissers en de mensen die geen kranten of boeken meer lezen. Want hoewel de meeste politieke partijen het hebben over de inclusieve samenleving, hebben ze het vooral over de positie van hun eigen achterban binnen die inclusieve samenleving.
In 2017 is de wil om duidelijk te maken bij welke groep je hoort weer alom aanwezig. Dat blijkt ook uit de hernieuwde belangstelling, die er is voor de vraag welke religie je aanhangt, en de behoefte om dit met de buitenwereld te delen. Hulpverleners in de GGZ vermelden met regelmaat of zij boeddhist zijn, aanhanger van het sjamanisme of dat zij hulpverlenen vanuit hun christelijke overtuiging.
Bovendien moet je tegenwoordig voor elk profiel of onderzoek weer aankruisen welke religie jij aanhangt. Voor niet-gelovigen is er het hokje atheïst. Wanneer je desondanks weigert een keuze te maken, volgt de melding ‘invullen verplicht’. Je moet immers wel binnen een hokje passen.
Het idee dat geloofsovertuiging voor jou niet relevant is, past niet in deze revival van het denken in hokjes waarin het etiketteren weer tot norm is verheven. Het verschaffen van een gevoel van (schijn) veiligheid staat voorop: alleen als we van iedereen menen te weten wie er bij ons hoort en wie niet, zijn we gerust. Deze behoefte is zo groot dat zelfs iets wat er niet is, er wel moet zijn. Vandaar, dat er nu een standaard hokje atheïst is voor al die mensen die niet in de andere hokjes passen.