Column
Column Jacqueline: Nee tegen de spoedwet

We zijn een volwassen democratie. Of het nu om ons meerpartijenstelsel, het oprichten van een nieuwe partij, de vrijheid van meningsuiting, het huis van Thorbecke of onze volksvertegenwoordiging gaat: we houden ervan dit te pas en te onpas te zeggen. Natuurlijk mopperen we het nodige af, maar stiekem zijn we best wel een beetje trots op ons democratisch stelsel.

En ook in coronatijd was die trots merkbaar. Tot nu, want met de nieuwe coronawet van minister Hugo de Jonge gaan we 150 jaar terug in de tijd en zetten we de volksvertegenwoordiging buitenspel. Of zoals Staatsrechtsdeskundige Wim Voermans zegt: ‘Altijd, maar zeker bij maatregelen die inbreuk maken op persoonlijke vrijheden moet er controle zijn van de Kamer’. En met de noodwet van De Jonge verdwijnt die als sneeuw voor de zon.

Aanleiding voor de noodwet is dat de huidige noodverordeningen via de veiligheidsregio’s juridisch onvoldoende houdbaar zijn, de decentrale handhaving teveel verschillen kent en veiligheidsregio’s niet democratisch gecontroleerd worden. Stuk voor stuk terechte aandachtspunten, maar in plaats van oplossingen aan te dragen komt De Jonge dus met een wet die ministers de bevoegdheid geeft om regelingen op landelijk niveau te treffen zonder dat het parlement er vooraf wat van kan vinden.

Met deze noodwet krijgt het kabinet een blanco volmacht, waarschuwt Voermans terecht. Zelf denkt hij niet aan kwade opzet, maar wijt hij dit waanidee vooral aan de wens tot doortastendheid van de minister. Ik weet nog zo net niet of dat zo is, en vraag me vooral af: waarom? Waarom wil je als minister zoveel macht? Welke behoefte zit daarachter en wat is je beeld van de samenleving? Waarom heb je niet voldoende moreel kompas om te zien dat het buitenspel zetten van de volksvertegenwoordiging per definitie ondemocratisch is? En heb je als minister dan geen baat bij een kritisch parlement?

De samenleving in ieder geval wel, zeker met zo’n wet die nu in het parlement ligt. Want het verbazingwekkende is, dat er heel veel mensen bij het opstellen van zo’n wet betrokken zijn. Juristen, ambtenaren op het ministerie van VWS, noem maar op. En niemand die aan de bel trekt en tegen De Jonge zegt dat deze wet niet past in de volwassen democratie die we zeggen te zijn. Wat gebeurt er in de hoofden van deze beleidsmakers dat een dergelijke spoedwet, die zo in strijd is met de individuele vrijheden en de volksvertegenwoordiging buitenspel zet, verdedigbaar zou zijn?

Natuurlijk leven we in een ongewone tijd en vraagt de coronacrisis om verregaande maatregelen. Maatregelen die landelijk en lokaal ook zijn genomen zonder noemenswaardige excessen. Daarbij is het belangrijk om te evalueren en lering trekken uit wat er mis is gegaan en wat beter kan. Maar juist daar wil de regering niet aan. Het is bijna unheimisch om te zien hoe terughoudend de regering is om de aanpak van de crisis te willen onderzoeken. In weerwil van de oppositie en het Outbreak Management Team houdt de coalitie zo’n onderzoek tot nu toe met alle macht tegen.

Het is voer voor complotdenkers. Want waarom zou je het niet doen? Is het de angst voor de kritische noten? Het verlies van aanzien en de heldenstatus die je als minister in crisistijd verworven hebt? Of is het de doodgewone angst voor het eigen hachje? Wat het is weet ik niet precies. Maar uit angst niet evalueren lijkt me een buitengewoon slechte raadgever. Zeker in combinatie met de angst die ten grondslag ligt aan deze bizarre noodwet. Hoogste tijd voor de barricaden. Te beginnen met een ferm nee tegen de spoedwet. In het parlement én daarbuiten.

Onderteken de petitie daarom hier en fluit De Jonge terug voor het te laat is.

Afbeelding: Freek van den Bergh | Hollandse Hoogte