Column
Column Jacqueline: Hoe druk mag het zijn?

foto_jacquelineklein.jpgRaadsleden hebben het druk. Naast de raadsvergaderingen hebben ze commissievergaderingen, ronde tafelgesprekken in de wijk, dorpsbezoeken, inspraakavonden, voorlichting, bijpraatsessies, werkbezoeken, overleg met de burgemeester en agendacommissies. Als fractievoorzitter heb je ook nog de presidiumvergaderingen, werkgeverscommissie en, als je geluk hebt, het coalitieoverleg. Daarnaast word je regelmatig uitgenodigd om bij een instelling op bezoek te komen, is er een jaarlijkse raadsuitje en het bezoek van de commissaris van de koning. En je moet natuurlijk ook nog de straat op, je hebt thuis nog een gezin en overdag nog een werkgever. Hoe druk kun je zijn?

Als we kijken naar de vele wisselingen in de gemeenteraden, kan ik me goed voorstellen dat deze samenhangen met de volle agenda’s van raadsleden.  Alleen al bij de PvdA is in het laatste kwartaal van 2014 vier procent van de raadsleden gestopt (en dan hebben we het niet over de herindelingen). We weten niet van iedereen de reden, maar van een aantal raadsleden is bekend dat ze het inderdaad te druk hadden. De combinatie raadslid, werk, gezin en eventueel nog mantelzorg is te veel. En daar moeten we ons zorgen over maken. Raadswerk is immers een nevenfunctie. En het lekenbestuur, zoals we dat in Nederland kennen, moet voor iedereen toegankelijk zijn en blijven. Als raadsleden door de tijdsdruk nu al hun functie moeten beëindigen, in plaats van na de geplande vier jaar, dan moeten we dat signaal heel erg serieus nemen. Teveel wisselingen dragen niet bij aan het vertrouwen van kiezers in politici. Het draagt niet bij aan de kwaliteit van de raad of aan de gewenste uitstraling: politiek en het raadslidmaatschap zijn ook leuk. Ook vanuit andere motieven moeten we ons hier druk over maken. Als een baan, een gezin en het raadswerk niet te combineren zijn, schakelen we grofweg de generatie tussen de 30 en 50 jaar uit van deelname aan het lokaal bestuur. Dat staat haaks op het idee dat het lekenbestuur toegankelijk moet zijn voor iedereen. Met de toegenomen mantelzorgtaken zou de groep waarvoor het raadslidmaatschap niet te combineren is met andere bezigheden nog uitgebreid moeten worden met de 50 tot 65-jarigen. In dat geval kunnen gemeenteraadsleden in de toekomst alleen gevonden worden onder de inwoners jonger dan 30 en ouder dan 65 jaar. Gelukkig is dit niet aan de orde en zal de toekomst niet zo rampzalig uitpakken als we hierboven hebben geschetst. Maar de vele wisselingen in de gemeenteraden en de klachten over tijdsdruk moeten we zeker serieus nemen, willen we voorkomen dat dit schrikbeeld in de toekomst werkelijkheid wordt en we later moeten zeggen: we stonden erbij en keken ernaar.