Debatavonden: wie wil, kan iedere avond wel naar een zaaltje in de eigen gemeente. Georganiseerd door de griffie, de wijkraad, de plaatselijke vrouwenvereniging of de eigen partij, zijn het vaak maar saaie bijeenkomsten. Alles wordt vooraf doorgesproken en iedere partij mag een plasje doen. Met als resultaat vaak slechte stellingen die zo zijn geformuleerd dat iedere partij het er wel een beetje mee eens is. Een boeiende avond met aandacht voor de verschillende standpunten levert het in ieder geval zelden op.
Dan Rotterdam. Daar kun je veel van zeggen, maar saai is het niet. Warrig, onverstaanbaar en schreeuwerig dat wel. En zeker ook illustratief voor de destructieve aard van populistische en one-issuepartijen. Begrijp me niet verkeerd: ik houd van Rotterdam. De enige echte grote stad van ons land. Een stad dus ook met een bak aan grootstedelijke problematiek. Problematiek waar je koud van wordt: één op de vier kinderen groeit op in armoede, 100.000 inwoners zitten in de schulden, gaarkeukens zijn weer terug van weggeweest en ook de segregatie neemt toe.
Allemaal vraagstukken waar je als kiezer tijdens een debat een antwoord op wil. Maar vraag het aan de met FvD samenwerkende wethouder Joost Eerdmans en je krijgt antwoorden als ‘de verdeeldheid is in stand gehouden omdat er gesubsidieerd werd om in je eigen kring te blijven zitten’ en ‘de wijken zijn doodgepamperd dankzij de PvdA’. Geen oplossingen, alleen maar meer polarisatie.
Met aan de andere kant meneer van Baarle van DENK. Die heeft een uitstekende debattraining gevolgd, zoveel is duidelijk. Argumenten worden onderbouwd met verwijzingen naar niet nader genoemd wetenschappelijk onderzoek; agenten worden zonder schroom beschuldigd van een Marokkanen en – je leest het goed – ‘zwartjesjacht’; en opponenten (van de VVD) worden zonder pardon (en bewijs) te kakken gezet als integriteitsrisico. En als iemand het dan waagt om daar iets inhoudelijks tegen in te brengen, is het meteen ‘u maakt een karikatuur van mijn bijdrage.’
Zelf van alles roepen, maar o wee als de ander tegenwicht biedt, dan wordt de zieligheidskaart getrokken. We zien het al langer in de landelijke politiek en nu dus ook in Rotterdam. Onze eigen Barbara Kathmann was de enige die boven dit geschreeuw uit kwam. Zo confronteerde ze Eerdmans met het feit dat er na vier jaar Leefbaar in het college in heel Rotterdam netto maar vier sociale woningen bij zijn gekomen. En stelde ze terecht dat je met preventie veel meer voor elkaar krijgt dan met repressie.
Het waren lichtpuntjes in een verder door geschreeuw gedomineerd debat. D66 kwam er letterlijk niet aan te pas en feiten deden er niet toe. Dat hoeft ook helemaal niet, zolang het over integratie gaat. Drogredenen genoeg en de beste verdediging is je opponent in diskrediet brengen. Wat dan ook veelvuldig gebeurde. Je vraagt je toch af voor wie deze show wordt opgevoerd. De Rotterdammer die zich druk maakt over armoede, het gebrek aan betaalbare woningen, eerlijk onderwijs, luchtvervuiling, toegankelijke zorg en goede banen werd in ieder geval niet wijzer.
Zolang onze journalisten niet vragen naar de inhoudelijke keuzes van partijen en het spel van de populisten mee blijven spelen, zal dat niet veranderen, vrees ik. Ik vraag me af wat dit allemaal gaat betekenen en heb nu al medelijden met Aboutaleb, die een raad vol schreeuwende en zieligheidskaart spelende raadsleden, moet gaan voorzitten.
Rotterdam verdient beter.
Afbeelding: Joris van Gennip | Hollandse Hoogte