Deze week was het debat in de Tweede Kamer over de Spreidingswet. Een wet waarvan het inmiddels de vraag is of die er überhaupt gaat komen. Een wet waar zoveel amendementen over zijn ingediend, dat een deel van de Tweede Kamerleden behoefte heeft aan uitstel van stemming over de wet zelf, omdat ze niet kunnen overzien wat de gevolgen van alle amendementen zijn.
In Ter Apel zullen ze met afschuw naar deze ontwikkeling kijken, bang dat er weer geen besluit wordt genomen. Al jaren hebben de inwoners van Ter Apel en de vluchtelingen te maken met een falende overheid die er niet in slaagt het aanmelden voor asielzoekers op een goede manier te organiseren. Niemand vergeet de beelden van mensen die onder erbarmelijke omstandigheden buiten moesten slapen of die in bussen werden – en nog steeds worden – versleept door het land. En dan hebben we het nog niets eens over de overlast van de veiligelanders in Ter Apel.
Het is natuurlijk een volslagen brevet van onvermogen dat een Spreidingswet noodzakelijk is om de opvang van asielzoekers goed te regelen. Gebrek aan solidariteit speelt hierin een belangrijke rol. En dat gebrek aan solidariteit heeft meerdere aspecten. Naar de vluchtelingen toe, naar de buurgemeenten, naar de gemeenten in het Noorden van het land – zij vangen veel meer vluchtelingen op dan elders – en naar Ter Apel toe.
En daar gaat de Spreidingswet nu een geheel eigen nieuwe dimensie aan toevoegen. Ik zie dit in mijn eigen gemeente, gelegen in het Gooi. Toch niet een minder bedeeld gebied zou je zeggen. Wij kunnen nu even niets doen, omdat we ons aan het voorbereiden zijn op de waarschijnlijke komst van de Spreidingswet. Het college schrijft dit aan de staatssecretaris en vervolgt: vooruitlopend op de vaststelling van de Spreidingswet en de waarschijnlijke taakstelling, zijn we in gesprek met de raad en stad over de vraag ‘wat is er nodig’ om die opvang goed te regelen. Dat moet leiden tot een afwegingskader dat in december in de raad zal komen. En hoe vervelend dit ook is, wij (Hilversum) kunnen op dit moment geen bijdrage leveren aan het verlagen van de hoge druk in Ter Apel.
Met andere woorden: de komst van de Spreidingswet, die nog onzeker is, wordt gebruikt ter legitimatie van nu niets doen, behalve in gesprek gaan met. De staatssecretaris heeft dit zelf ook wel mogelijk gemaakt door te zeggen dat de ‘lokale dynamiek ten aanzien van draagvlak een nadrukkelijke rol speelt’. En daarmee is de eventuele Spreidingswet in plaats van een hulpmiddel nu al een nieuwe rem an sich geworden.
Als elke gemeente de komende maanden zijn eigen afwegingskader gaat maken voor locaties, en het COA een afwegingskader hanteert dat in veel gevallen onnavolgbaar is, zal er op korte en lange termijn niets veranderen. Gemeenten, zoals de mijne, realiseren tot 2024 geen nieuwe opvangplekken. Wij verschuilen ons achter de gesprekken. En als er in 2024 geen Spreidingswet is, haalt deze gemeente opgelucht adem, net zoals vele andere gemeenten dat zullen doen. Verschrikkelijk voor de asielzoekers, verschrikkelijk voor Ter Apel. Dit gebrek aan solidariteit is schaamteloos.
Bijschrift afbeelding: vanwege drukte bij het aanmeldcentrum in Ter Apel moeten vluchtelingen buiten wachten
Afbeelding: Kees van de Veen | ANP