Bestaanszekerheid voor iedereen, ongeacht zijn of haar prestaties. Het basisinkomen is de laatste tijd volop in de belangstelling. Ook binnen de PvdA. Het congres nam in januari twee moties aan om het basisinkomen te onderzoeken en erover te praten. Wat houdt het basisinkomen in? En waarom noemt de PvdA Nijmegen het voorstel van coalitiegenoot GroenLinks over dit onderwerp dan een ‘utopisch idee’?
Gratis geld
Bijna dertig jaar geleden is de PPR de eerste politieke partij in Nederland die het basisinkomen opneemt in het verkiezingsprogramma. Het afgelopen jaar was het vooral historicus en correspondent Rutger Bregman die deze discussie nieuw leven inblies. In een artikel op De Correspondent en in zijn boek Gratis geld voor iedereen draagt Bregman argumenten aan om de hardnekkige veronderstelling dat mensen niets meer ondernemen als je ze zomaar geld geeft, te ontkrachten. Volgens Bregman leveren experimenten in andere landen voldoende bewijs dat arme mensen helemaal niet lui zijn of slechter met geld om kunnen gaan.
‘Een belangrijke reden om na te denken over het basisinkomen ontstaat door de vooruitgang in de automatisering van werk’, schrijft Bregman. ‘Dit gaat de laatste jaren zo ontzettend snel dat de kans bestaat dat een groot deel van de banen over twintig jaar verdwenen is. De versnelling van al die technologische revoluties moet je politiek maken. Je moet nadenken over de consequenties daarvan en, misschien nog wel belangrijker, de oplossingen. Als de trend van automatisering en robotisering doorzet dan moeten we ergens in deze eeuw af van de gedachte dat je per se moet werken voor je geld. Volgens mij ligt de oplossing in een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen.’
Door het basisinkomen kan het bureaucratische toeslagencircus de prullenbak in
Toeslagencircus
Hoe financier je zoiets in een land als Nederland? Hebben we daar het geld voor? Rutger Bregman: ‘We zijn voor het eerst in de geschiedenis rijk genoeg om een stevig basisinkomen te financieren. Het bureaucratische toeslagencircus en het controleapparaat dat uitkeringstrekkers koste wat kost in laagproductieve baantjes wil dwingen, kunnen de prullenbak in. Bovendien is de hele wirwar aan aftrekposten niet meer nodig. Verdere financiering zou uit (hogere) belastingen op vermogen, vervuiling, kapitaalstromen en consumptie kunnen komen. Reken even mee: Nederland heeft 16,8 miljoen inwoners. Het CBS zet de armoedegrens op 960 euro, wat een mooi basisinkomen zou zijn. Een simpele rekensom leert dat de universele variant (alle inwoners van Nederland krijgen een basisinkomen) 193,5 miljard euro op jaarbasis kost, ongeveer 30 procent van het bruto binnenlands product. Dat is een astronomisch bedrag. Maar bedenk: de overheid beheerst nu al meer dan de helft van dat bruto binnenlands product. En dan zijn de kosten van alle vrijstellingen, aftrekposten en heffingskortingen nog niet eens meegerekend (in 2010: 58,7 miljard). Alleen al de hypotheekrenteaftrek kost de overheid 14 miljard per jaar.’
‘Er leven in Nederland ongeveer 1 miljoen mensen in armoede. Het uitroeien daarvan hoeft dus maar een paar miljard te kosten. Toch heeft het niet de voorkeur om alleen deze mensen van een basisinkomen te voorzien. Een systeem dat alleen de armen helpt, bevestigt de scheiding tussen hen en de rest van de samenleving. ‘A policy for the poor is a poor policy’, schreef Richard Titmuss, de grote theoreticus van de Britse verzorgingsstaat. Een universeel basisinkomen kan daarentegen op een breed draagvlak rekenen. Iedereen heeft er immers baat bij. Gevaarlijk? Het kan inderdaad zijn dat mensen iets minder gaan werken, maar dat is ook de bedoeling.’
Voorwaardelijk
In de motie die de afdeling Amsterdam-Centrum op het congres indiende wordt niet over een onvoorwaardelijk, maar over een voorwaardelijk basisinkomen gesproken. Afdelingsvoorzitter Joop Lahaise: ‘Je kunt je afvragen of een basisinkomen een realistisch en economisch haalbaar alternatief is voor het huidige sociale stelsel. In onze motie hanteren we daarom als uitgangspunt dat het basisinkomen:
- niet onvoorwaardelijk is, maar afhankelijk van leeftijd, startkwalificatie en maatschappelijke dienstplicht;
- individueel is en alle huidige uitkeringen voor werkloosheid, studie of ouderdom, met uitzondering van verzekering tegen ziekte en invaliditeit, vervangt;
- van overheidswege kan worden aangevuld voor mensen die, vanwege een beperking, geen enkele verdienmogelijkheid hebben.
Bovendien moet betaald werk bovenop het basisinkomen altijd lonend zijn ten opzichte van alleen het basisinkomen, ongeacht het niveau of het aantal uren dat er gewerkt wordt.
Utopie
In Nijmegen verzocht GroenLinks de invoering van het basisinkomen op de raadsagenda te zetten. Een concreet voorstel ligt er nog niet en toch reageerde de PvdA afwijzend. Ze vinden het een utopisch idee, zo is te lezen op hun website. Fractievoorzitter Marc van Nijnatten zegt desgevraagd dat de PvdA in Nijmegen zeker niet tegen het idee van een (voorwaardelijk) basisinkomen is, zoals omschreven in de moties die op het congres zijn aangenomen. Maar waarom zijn ze dan toch zo kritisch en nemen zelfs het woord utopisch in de mond?
Het idee dat we niet meer hoeven te werken en achterover kunnen leunen om te genieten van de welvaart vinden wij ronduit utopisch
Fractiewoordvoerder Rutger Zwart: ‘Dat woord utopisch slaat op de gedachten die GroenLinks heeft over het basisinkomen (Zie: Basisinkomen: positief, goedkoop en makkelijker) Zij willen een lokale variant van het basisinkomen en gaan daarin ideologisch vrij ver. Hierin haken ze aan bij de ideeën van Bregman en die verhouden zich, wat ons betreft, niet tot het sociaaldemocratische arbeidsethos zoals Paul Kalma dat heel treffend verwoordt in zijn boek Het socialisme op sterk water (1988). Hij schrijft hierin dat iedereen recht heeft op werk en dat we moeten streven naar volledige werkgelegenheid. Dat is waar wij als sociaaldemocraten voor staan en daar willen we ons in Nijmegen voor inzetten. Er is nog veel te doen als het gaat om het nieuwe werkbedrijf en de Participatiewet.’
Geen werk
‘Ik geloof trouwens niet in de gedachte dat er op een gegeven moment geen werk meer is. Er wordt al tientallen jaren geroepen dat er, bijvoorbeeld tegen de achtergrond van demografische ontwikkelingen, een enorm werktekort zal ontstaan, maar voorlopig worden er in Nederland nog ontzettend veel werkuren gemaakt en zal er ook steeds nieuw werk bij komen. Het idee dat we door automatisering of robotisering straks niet meer hoeven te werken en allemaal achterover kunnen leunen om te genieten van de welvaart vinden wij ronduit utopisch.’
‘De PvdA Nijmegen is wél een voorstander van bijverdienen in de bijstand. Daar is ook een motie over aangenomen op het congres. Het is erg demotiverend als je in de bijstand zit en je niets mag bijverdienen. Terwijl bijverdienen juist erg verstandig kan zijn om mensen weer op weg te helpen naar een situatie waarin ze in hun eigen inkomen kunnen voorzien. Die lijn volgen wij volledig. Het is volgens ons dan ook belangrijk dat we als lokale overheid alle mogelijkheden krijgen om mensen te stimuleren uit die bijstand te komen.’
‘Wij blijven het ideaal voor ogen houden dat iedereen in zijn of haar eigen inkomen kan voorzien. Als GroenLinks hiermee komt in een eventueel voorstel, dan gaan wij daar zeker in mee. Maar de ideologische weg die zij nu zijn ingeslagen, willen wij niet volgen.’
Foto: Nationale Beeldbank