Lokaal Bestuur
Sociaaldemocraat in hart en nieren Leen Verbeek zwaait af
Lelystedeling Leen Verbeek (69) gaat met pensioen. Hij neemt 9 december ook afscheid van zijn functie als voorzitter van het Centrum voor Lokaal Bestuur (CLB). Verbeek heeft de functie ruim vijftien jaar bekleed. Met voldoening kijkt hij terug op zijn CLB-tijd. ‘De opzet van het CLB is gelukt.’

Het CLB-voorzitterschap is een van de nevenfuncties die Verbeek als Commissaris van de Koning van Flevoland heeft. De sportieve motorrijder – lang van gestalte, vertrouwenwekkend gezicht, casual gekleed – had eigenlijk wel willen doorgaan met zijn werkende leven.

Bijna drie termijnen heeft hij erop zitten als Commissaris van de Koning in Flevoland. Redelijk uniek, hoewel hij daar de nadruk niet op wil leggen. ‘Aan deze functie zit geen limiet op het aantal termijnen. Een termijn duurt zes jaar. De meeste commissarissen dienen twee periodes. Maar drie jaar voor je pensioen ga je niet nog iets anders doen,’ stelt hij en vervolgt: ‘Er bestaat dus geen limiet op het aantal termijnen, maar er geldt wel een leeftijdsgrens. Je mag deze functie uitoefenen tot je 70e. Ik word 5 maart 70. Op 1 november 2008 ben ik begonnen, op 1 november heb ik afscheid genomen als Commissaris van de Koning van Flevoland.’

Met de Wibautlezing op het 20e Festival van het Binnenlands Bestuur in de Burcht in Amsterdam neemt hij afscheid van ‘zijn’ CLB.

Zoveel te doen

Zoals gezegd, liever blijft hij in functie, er is nog zoveel te doen. ‘Flevoland is een provincie in opbouw. Er spelen veel ontwikkelingen met bijvoorbeeld een haven en een vliegveld. Economisch is Flevoland heel turbulent. Almere groeit heel erg snel, maar ook de andere steden in Flevoland groeien. Sociaal maatschappelijk verandert er veel als een gemeente heel snel groeit. Als politiek loop je zo achter, want het is moeilijk snel mee te groeien als ontwikkelingen zo snel gaan.’

Zijn drang om nog bovenop de ontwikkelingen te zitten, is voelbaar. Maar ja. Die limiet. Hij heeft zichzelf een pensioencadeau gegeven: een reis met zijn vrouw naar Namibië. Verbeek houdt van landschappen. Vandaar ook zijn motor waarmee hij mooie toertochten maakt. ‘Als je op de motor zit, ga je op in het landschap.’

Jongerenwerk

Zoals hij opgaat in het landschap, gaat Verbeek ook op in zijn werk. Opgeleid in het sociaal-culturele werk begint hij na zijn studie in de jaren zeventig als jongerenwerker in het buurtwerk in Leiden. Met zo’n achtergrond kan je alles aan, bevestigt hij lachend. Ook, of juist, in de politiek. ‘Ja, je leert veel over groepsdynamiek, sociale psychologie, je leert hoe iemand een mening vormt. Je leert lichaamstaal te herkennen en te zien wanneer iemand iets meent of niet als hij iets zegt.’

Behalve in het jongerenwerk en in de politiek kwam zijn sociaal-culturele kennis hem ook van pas in de periode waarin hij een adviesbureau leidt dat is gericht op conflicthantering bij ingewikkelde problemen tussen overheden. Voorbeeld: ‘Groningen en Assen rivaliseerden zo met elkaar dat beide steden het inwonertal zagen dalen. Het inwonertal en de werkgelegenheid namen in beide gemeenten af.’

Verbeek bedacht in samenwerking met Riek Bakker een plan waarbij de twee gemeenten en de twee provincies werden betrokken. Aan hen de opdracht samen te werken aan een regiovisie. Die resulteerde in groei. ‘De samenwerking viert nu het 25-jarig jubileum. De gemeenten en de provincies stellen om de zoveel jaar een nieuwe regiovisie op en het gaat goed.’

‘Dat geadviseer aan burgemeesters, doe het zelf.’

Ander voorbeeld: ‘De Kamer van Koophandel, gemeenten en natuurorganisaties hadden allemaal een visie op hoe de Zuidplaspolder ontwikkeld moest worden. Maar ze luisterden niet naar elkaar.’ De Commissaris van de koning van Zuid-Holland, Jan Franssen, vroeg Verbeek een proces te bedenken dat in ieders belang werkt. Het lukte Verbeek elke partij uit zijn loopgraaf te krijgen en hen daarna samen om tafel te brengen. ‘Daaruit is later de gemeente Zuidplas ontstaan.’

Ook heeft hij vastgelopen burgemeesters begeleid totdat iemand hem aansprak en zei: ‘Dat geadviseer aan burgemeesters, doe het zelf.’  Na acht jaar verruilt hij het advieswerk voor het burgemeesterschap als hij daarvoor wordt benaderd. Purmerend is zijn gemeente.

Burgemeester

Wanneer een vacature vrijkomt voor de functie van burgemeester in Eindhoven dingt hij mee. Het is de tijd van het experiment met het burgemeestersreferendum. Verbeek doet enthousiast mee in de stad waar hij zijn tienerjaren heeft beleefd. De andere kandidaat is partijgenoot Rob van Gijzel. Beiden voeren campagne, Van Gijzel staat op voorsprong, aannemelijk genoeg vanwege zijn grote betrokkenheid bij het voetbal. ‘Maar ik ga er ook serieus voor en zie in de campagne dat de steun groeit,’ blikt Verbeek terug. Hij komt vanuit het niets, maar weet uiteindelijk toch een derde van de stemmen te winnen. ‘Van Gijzel haalde ongeveer 60 procent en won. Maar als je intelligent verliest, valt er winst uit je verlies te behalen.’

De Eindhovense burgemeesterscampagne werd wekelijks gevolgd door het kabinet weet Verbeek. Zo werd daar ook bekend dat hij zijn opponent serieus partij wist te bieden. Een jaar later werd hij naar aanleiding van zijn campagne om het burgemeesterschap in Eindhoven gevraagd om Commissaris van de Koning in Flevoland te worden. Als hij die functie accepteert, benadert Jetta Klijnsma hem kort erna om haar functie als voorzitter van het CLB over te nemen. Klijnsma draagt het stokje over als zij staatssecretaris wordt.

Voor Verbeek past de nevenfunctie precies: ‘Het CLB is goed in bestuurlijke netwerken van de PvdA en van andere partijen. Kamerleden kennen je. Het heeft effect op hoe mensen op je reageren.’ Dat is belangrijk voor zijn functie in Flevoland, maar ook voor de andere nevenfuncties die hij vervult.

President van het Congres van Lokale en Regionale overheden

Zo’n andere nevenfunctie heeft hij in de Raad van Europa, het samenwerkingsverband van 46 landen dat de mensenrechten en democratie beschermt. Verbeek wordt er na een aantal jaren President van het Congres van Lokale en Regionale overheden. Een machtige positie die iemand maximaal 2,5 jaar mag bekleden. ‘Macht kan verslavend en corrumperend werken,’ verklaart Verbeek die limiet.

Tijdens zijn presidentschap heeft Verbeek het belang van goed lokaal bestuur op indrukwekkende wijze ervaren. Hij bezocht Oekraïne. Om precies te zijn, hij zocht burgemeesters in Kiev en de regio op. De timing was van een vreemd toeval. ‘Ik kwam er twee weken na de moordpartij in de stad Bucha.’ Bij zijn bezoek aan de stad zag hij de worsteling van de burgemeesters in zware tijden. ‘In Bucha waren bijvoorbeeld te weinig bodybags. De burgemeester worstelde ermee. Wat doe je als je te weinig bodybags hebt? Twee mensen bij elkaar. Wie gaat dan bij wie?’

Zo waren er nog meer ingewikkelde dilemma’s waarmee het lokale bestuur kampte. De burgervader van Bucha tobde over de gevonden oplossingen. Verbeek heeft hem een hart onder de riem gestoken, bevestigde dat hij goed had gehandeld. ‘Voor hem was het goed om met iemand van zijn eigen niveau te praten. Als burgemeester in oorlogsgebied moet je iedereen bij elkaar zien te houden. Over je eigen beleving praat je dan niet.’

’Wat doe je als je te weinig bodybags hebt?’

In moeilijke situaties leidinggeven brengt nieuwe bestuurlijke ervaringen met zich mee zag Verbeek in Oekraïne. ‘Gemeenteraden in Kiev en de regio waren behoorlijk gepolariseerd, maar sinds de oorlog is dat niet meer zo. Het lokale bestuur en de raadsleden organiseerden samen eten en drinken voor de bevolking.’

Ook zag hij een meer horizontaal georganiseerde politiek ontstaan, een fenomeen waarvan Verbeek al langer pleitbezorger is. ‘Zaken van bovenaf opleggen kan je niet volhouden in deze tijd,’ stelt hij, ‘zonder lokale overheden ben je nergens.’

Hij verwijst naar een VN-congres dat hij als president van het Congres van Lokale en Regionale overheden bijwoonde. Voor het eerst werd het lokaal bestuur uitgenodigd. ‘Het ging over Sustainable Development Goals (SDG’s), wereldwijde duurzaamheidsdoelstellingen. Zeventig procent van de resultaten wordt geboekt door lokale overheden,’ hield hij zijn toehoorders voor. Daarmee is het de hoogste tijd voor erkenning van de rol van lokale bestuurders stelt Verbeek. De VN heeft zijn boodschap ook erkend.

CLB

Met genoegdoening kijkt hij terug op zijn voorzitterschap bij het CLB. Zijn opzet voor het CLB die hij bij zijn aantreden doorvoerde, is gelukt. ‘Het CLB is zelfstandig. Autonomie is belangrijk voor je geloofwaardigheid. De studieprogramma’s van CLB zijn populair vanwege die geloofwaardigheid. Het motiveert de doelgroep dat je zonder mitsen en maren aan hun kant staat.’

Hij is blij dat hij kon bijdragen aan het stroomlijnen van processen. ‘Ik kon omstandigheden creëren zodat lokale bestuurders goed functioneren. Daar draait het om: hoe kan ik jou laten functioneren? Voor mij was een coachende nestorrol weggelegd. Daarvoor moet je dingen ook kunnen laten gaan, loslaten. Daarnaast moet je de acceptatie van het mislukken kennen. Anders kan je niet experimenteren. Je moet een goed idee toch eerst uitproberen. Soms mislukt een experiment. Dat geeft niet, je hebt het in elk geval geprobeerd.’

Verbeek is nu op reis. Wie weet met welk idee hij terugkomt om uit te voeren. Want de scheidend CLB-voorzitter steekt niet onder stoelen of banken dat hij nog lang niet is uitgewerkt.


Afbeelding: Council of Europe, Portret: Fotostudio Wierd