De overdracht van virussen van dier op mens, zogeheten zoönosen, staat weer op de agenda sinds het uitbreken van de coronacrisis. De volksgezondheidsrisico’s zijn reëel, zoals blijkt uit de coronabesmettingen bij nertsenfokkerijen, en eerder natuurlijk al met bijvoorbeeld vogelgriep, Q-koorts en varkenspest. Is het tijd voor ingrijpen in de wijze waarop we intensief vee houden?
‘De landbouwlobby is sterk’
Karin Jeurink
Statenlid in Gelderland
Wordt het tijd om in te grijpen?
‘Dat proberen we al. Bijvoorbeeld door vergunningen voor geitenhouderijen stop te zetten, omdat je meer kans hebt op longontstekingen als je binnen een straal van twee kilometer daarvandaan woont. En na de varkenspest werd besloten dat varkens alleen nog op specifieke plekken in Brabant en Gelderland gehouden mochten worden. Maar ja: die wet was nog niet geïmplementeerd of er waren alweer andere wetten die mogelijkheden gaven om tóch ook elders varkens te houden.’
Het lukt dus nog niet zo goed?
‘De landbouwlobby is sterk. Ze zeggen steeds dat we moeten investeren in “de economie”. Maar een gezonde leefomgeving is net zo belangrijk. Neem die als uitgangspunt en maak dan keuzes. Dan gaan mensen er anders over denken. Kijk dus niet alleen naar dierenaantallen.’
Maar er zijn nu 113,5 miljoen varkens, runderen, kippen en geiten. Een gezonde leefomgeving staat dus nog niet echt centraal.
‘Dat klopt. De stikstofproblematiek bijvoorbeeld, waardoor de rundveestapel fors verkleind moet worden, is erg moeilijk en emotioneel. Het gesprek daarover is bijna niet te voeren. En in het coalitieakkoord hier staan dan ook mooie woorden als: voedselproductie met herstel van biodiversiteit, levendige en gevarieerde bodems, dat soort teksten. Zonder harde doelstellingen. Er is 80 miljoen beschikbaar, maar in de praktijk komt er nog niks van terecht. Uiteindelijk willen teveel boeren op de oude manier door.’
Hoe los je dat op?
‘Met een sterke overheid. Met boeren uitkopen. En bovenal: met gezondheid als doelstelling én als toetsingskader worden. Neem dat op in verkiezingsprogramma’s.’
‘Volksgezondheid en intensieve veehouderij verhouden zich niet tot elkaar’
William Moorlag
Lid Tweede Kamer
Is de coronacrisis nu wellicht eindelijk voldoende aanleiding om in te grijpen in de bioindustrie?
‘Ik hoop het, want Nederland is een erg dicht bevolkt land. Mensen en dieren wonen te dicht op elkaar. In het verleden hebben we gezien dat daardoor ziektes ontstaan bij dieren en mensen. Denk aan de q-koorts in Brabant of aan de vogelgriep. Daarbij zijn we volgens mij door het oog van de naald gegaan, omdat het virus oversprong op mensen met het risico op mutatie. Volksgezondheid en intensieve veehouderij verhouden zich niet tot elkaar.’
Maar toch wint de veehouderij keer op keer?
‘De lobby vanuit de sector is natuurlijk erg sterk. Kijk hoe lang er is gewacht en gedraald met ingrijpen bij de q-koorts-crisis. Dat heeft veel leed veroorzaakt, tot op de dag van vandaag. Maar als je kijkt naar het ziekterisico door zoönose en fijnstof, of naar de aantasting van het leefklimaat door stank, dan is grootschalige intensieve veehouderij in Nederland gewoon niet houdbaar.’
Hoe veranderen we dat dan, want dat lukt maar niet?
‘Er moet brede politieke wil zijn. Ik hoop dat die wil groeit. Ik ben niet van het boeren bashen. We hebben het huidige systeem laten ontstaan en te lang laten voortbestaan. Maar ik vind wel dat we de uitkoop van varkenshouderijen en kippenboeren moeten versnellen. Daar is veel maatschappelijke winst bij te halen. Minder overlast in de woonomgeving en geringere milieudruk bijvoorbeeld. Denk daarbij aan stikstof en waterkwaliteit, want mest is een bedreiging voor de oppervlakte en het grondwater.
Er moet een bredere kosten-batenanalyse worden gemaakt van de agrarische sector. Veel onderdelen zijn erg waardevol, zoals zaai- en pootgoed. Of bijvoorbeeld de glastuinbouw, waar veel voedsel op weinig vierkante meter wordt geproduceerd. De intensieve veehouderij echter levert zoveel milieuschade en gezondheidsrisico’s op, dat je dat sterk moet gaan afbouwen.’
Vind je ook dat gezondheid een toetsingskader moet worden?
‘In de nieuwe omgevingswet wordt gezondheid nadrukkelijk genoemd. Het ruimtelijk ordeningsinstrumentarium is goed inzetbaar, maar moet wel worden uitgebreid. Veehouderij inperken kon tot nu toe niet op basis van gezondheid, alleen op basis van verenigbaarheid met andere functies, als wonen, natuur, recreatie en toerisme. Die gezondheidscomponent moeten we er echt aan toevoegen. Daarnaast moet er actief gesaneerd worden.’
Is duidelijk hoeveel geld dat kost?
‘Nee, maar ik denk dat als je kosten en baten tegen elkaar afzet, dat het al snel maatschappelijke winst oplevert. Je bent minder geld voor zorg kwijt, de watervoorraden blijven schoon, de woonkwaliteit wordt verbeterd, de milieuruimte wordt minder knellend. Dat levert juist weer economische groeipotentie op.’
De q-koorts heeft onze ogen geopend
Martijn de Kort
Statenlid in Noord-Brabant
Moeten we stoppen met intensieve veehouderij?
‘Ja. We hebben hier al eerder met de q-koorts te maken gehad en dat was voor ons aanleiding om positie te kiezen. Het kan zo niet langer door gaan. Brabant is dichtbevolkt: er is veel bedrijvigheid, veel mobiliteit, en dan een enorm intensieve veehouderij. Dan loop je risico’s. Bij de q-koorts raakten mensen besmet doordat ze simpelweg over het platteland fietsten. Een chronische ziekte oplopen of zelfs doodgaan, omdat je een fietstochtje hebt gemaakt.’
En nu weer een virus, corona.
‘Precies. De zoveelste zoönose. Er wordt nu onderzocht of er een verband is tussen het relatief hoge aantal coronabesmettingen hier in de regio en de veedichtheid in het gebied. Ik ben benieuwd wat daar uit komt. Let wel: het is niet de schuld van een boer als er hier iets gebeurt. Maar feit is wel dat je met veel vee extra risico loopt op zoönose.’
Dat is een argument om te stoppen met intensieve veehouderij?
‘Dat is één van de argumenten. Stikstof en watergebruik zijn andere redenen. We hebben extensivering van de landbouw nodig en moeten vee zoveel mogelijk grondgebonden gaan houden. Dus niet meer dieren dan waar je grond voor hebt.’
In de praktijk lukt dat jaar in jaar uit maar niet.
‘De economische realiteit is, dat we als Nederland massaal voedsel produceren voor de wereldmarkt, terwijl we hoge grondprijzen en arbeidskosten hebben. Schaalvergroting is dan de enige optie voor boeren om nog geld te verdienen. Maar maatschappelijke kosten, natuur- en gezondheidsschade zitten niet in de prijs van een stukje biefstuk.’
Hoe zorg je dat dat wordt meegerekend?
‘Door als overheid fundamenteel anders te gaan denken en naar het totaalkostenplaatje te kijken. En maak tegelijkertijd geld vrij voor extensivering, natuurbeheer en herstel van biodiversiteit. Zorg dat boeren daar geld mee verdienen.’
Kost dat niet veel geld?
‘Die kosten maken we nu ook: natuurherstel is dweilen met de kraan open. We geven miljarden uit aan natuurherstel, omdat er teveel stikstof is, maar zolang de veehouderij doorgaat, wordt de stikstofuitstoot niet minder en blijven we bezig.’
Na de crisis kunnen we niet meer terug naar hoe het was
Hans Strijbosch
Fractievoorzitter in Laarbeek
Eén van de nertsfokkerijen waar het coronavirus is aangetroffen staat in Laarbeek. Hoe is het daar nu mee?
‘Het onderzoek loopt nog, maar het lijkt er op dat er geen hele grote uitbraak was. Het heeft hier in Laarbeek wel wat teweeg gebracht. Het ligt hier in Brabant natuurlijk gevoelig, vanwege de q-koorts en het feit, dat hier veel vee wordt gehouden.’
Is corona de druppel die de emmer doet overlopen en zorgt voor vergaand ingrijpen?
‘De druppel zal het niet zijn, maar het geeft wellicht wel een duwtje. Op gezondheid, natuur en duurzaamheid moeten flinke stappen worden gezet. Na de crisis is het echt belangrijk dat we naar een circulaire economie en een duurzame samenleving gaan. Ook agrariërs zullen daarin mee moeten.’
Ben je niet bang dat het omgekeerde gebeurt?
‘Dat mogen we niet laten gebeuren. De maatschappij bestaat niet alleen uit agrariërs. Er wonen hier veel mensen, die vinden dat natuurherstel en volksgezondheid voorop staan.’
Maar politiek is er nog steeds te weinig draagvlak voor hard ingrijpen.
‘Dat is heel moeilijk inderdaad. Het CDA is niet meer de grote partij van weleer, maar de andere rechtse partijen praten de boeren wel naar de mond. Het gaat vooral over de economie. Misschien moeten we het CDA en de agrariërs door middel van compensatie en andere regelingen tegemoet komen. Volksgezondheid is in ieder geval het belangrijkste.’
Zijn er stappen die je daar nu als gemeente al in kunt zetten?
‘Ja, ik zie wel mogelijkheden. We hebben als gemeente bijvoorbeeld al een voorkeursrecht in het buitengebied, waar mogelijk windmolens en of zonneparken geplaatst kunnen worden. We zijn daarmee als eerste aan zet om die gronden te kopen en de regie te houden. Dat zou een mooie stap zijn om er de snelheid in te brengen.’
Afbeelding: Marcel van den Bergh | Hollandse Hoogte