Ruim driekwart van de gemeenten heft toeristenbelasting. Die belasting wordt uiteraard niet rechtstreeks door de toeristen aan de gemeente betaald, maar vindt plaats via hoteliers, exploitanten van bungalowparken et cetera. En daar gaat het vaak mis, zo blijkt. De Consumentenbond meldde in november dat hotels en bungalowparken in Nederland op grote schaal meer toeristenbelasting van hun gasten vragen dan de werkelijke gemeentelijke tarieven. Het verschil steken de ondernemers in eigen zak. Ruim 40 procent van de onderzochte locaties maakt zich aan die praktijken schuldig. Genoeg reden voor Jacques Monasch en Ed Groot om aan minister Plasterk opheldering te vragen. Die antwoordde onder andere dat het ‘niet juist is om meer in te houden aan toeristenbelasting dan dat door de desbetreffende gemeente in rekening wordt gebracht. In een dergelijk geval is er sprake van onverschuldigde betaling en misleiding’. Het is echter niet aan de minister om dit aan te pakken. Hoewel ook hij vindt dat de consument ‘op een juiste en niet misleidende wijze geïnformeerd [dient] te worden over de daadwerkelijke hoogte van de belasting’, moet de consument die meent dat hij teveel heeft betaald zich richten tot de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en desnoods tot de rechter.Maar gemeenten kunnen de ondernemers binnen hun grenzen natuurlijk ook zelf aanspreken op dergelijke praktijken.
Open overheid
Binnenkort wordt de Wet Open overheid (Woo) behandeld. Deze initiatiefwet van Voortman (GroenLinks) en Van Weyenberg (D66) heeft als doel dat de informatie die bij overheden zit beter met de burger gedeeld wordt. Die informatie moet in principe openbaar worden tenzij dat de privacy of veiligheid van anderen in gevaar brengt. Daarmee wordt het uitgangspunt van de bestaande Wet openbaarheid van bestuur (Wob) omgedraaid: die wet gaat er vanuit dat de burger eerst om informatie moet vragen. De nieuwe wet moet het aantal verzoeken om openbaarmaking drastisch verminderen. De PvdA-fractie -bij monde van Astrid Oosenbrug – is voorstander van het principe dat overheidsinformatie openbaar moet zijn. Bovendien beoogt de wet de dwangsomregeling bij niet-tijdig beslissen te schrappen. Daarmee wordt een halt toegeroepen aan het misbruiken van die regeling. Maar Oosenbrug ziet nog wel enkele haken en ogen in het initiatiefwetsvoorstel. Zo bepaalt de huidige Wob dat in intern beraad geuite persoonlijke beleidsopvattingen niet openbaar hoeven te worden. Het wetsvoorstel wil echter dat persoonlijke beleidsopvattingen wél openbaar worden gemaakt als het intern beraad eenmaal is afgerond. Oosenbrug vreest dat ambtenaren zich daardoor niet meer vrij voelen om zich intern te uiten en dat het maken van beleid hierdoor dus gehinderd wordt. Ook heeft Oosenbrug vraagtekens bij het voorgestelde openbaar register dat bestuursorganen moeten gaan bijhouden van alle documenten die zij onder zich hebben. Zij vreest teveel onnodige bureaucratie. Bovendien is het voorstel dat op verzoeken tot openbaarmaking binnen twee weken een beslissing moet volgen niet realistisch omdat ingewikkelde verzoeken meer tijd vergen. Een andere steen des aanstoots is de strafbaarheid die wordt voorgesteld: het zou een misdrijf moeten worden als een ambtenaar documenten aan de werking van de wet onttrekt. Dat hoort niet in het strafrecht. Een bestuursrechter kan dit ook prima aanpakken. Het wetsvoorstel Woo zal dus nog flink moeten worden aangepast om het naar de zin van de PvdA-fractie te maken.
Foto: Nationale Beeldbank
Deze rubriek wordt samengesteld door Ton Langenhuyzen (beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie)
Contactgegevens Ton:
T. 070-3182792
M. [email protected]