Waar vult de Kamer haar dagen eigenlijk mee? En zijn er nog zaken die extra aandacht van lokale bestuurders verdienen? Eens in de maand licht senior-beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen twee interessante zaken uit de schijnbaar onuitputtelijke stroom van moties, amendementen en spoeddebatten. Ditmaal een Uit de Kamer met integriteitskwesties en de overgang naar duurzame energie.
Integriteit lokaal bestuur
De wegen van de kiezer zijn vaak ondoorgrondelijk, maar stemmen op iemand die niet deugt doet men over het algemeen niet graag. Dus wie als kandidaat-raadslid in opspraak is gekomen vanwege een integriteitskwestie heeft er een zware dobber aan om gekozen te worden.
Maar wie eenmaal gekozen is en in opspraak raakt kan niets in de weg worden gelet. Zelfs als een raadslid nooit komt opdagen, mag die zijn termijn uitzitten. Ook bij benoemde bestuurders kan dit het geval zijn. Wanneer een niet-integere wethouder de steun van een meerderheid geniet, blijft hij gewoon op zijn plek zitten. Burgemeesters en oppositie zijn dan machteloos. De Nederlandse wet kent geen afzettingsprocedure.
De minister kan een wethouder wegsturen, maar zal dat niet snel doen
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan op basis van de Gemeentewet wel een besluit vernietigen als deze in ‘strijd met het recht en het algemeen belang’ is. Een niet-integere wethouder is dat in principe wel, maar toch is terughoudendheid op zijn plaats. Het is een discretionaire bevoegdheid, het hoeft dus niet. Een wethouder wegsturen die de steun van de raad geniet is nogal een vergaande stap. De autonomie van de gemeente en daarmee van de lokale democratie komt dan al snel in het geding.
Desalniettemin vindt burgemeester Donders-de Leest van Roermond dat de minister de bevoegdheid moet krijgen om verdachte lokale politici nog lopende de strafzaak te schorsen. Attje Kuiken heeft aan minister Ollongren gevraagd hoe zij daarover denkt. Ollongren broedt al een tijdje op plannen. Kuiken hoopt dat zij die nog voor de raadsverkiezingen bekend maakt.
De lange weg naar een duurzame energievoorziening
Dat het nog even duurt voordat onze energie duurzaam opgewekt wordt, is geen geheim. En dat iedereen – politiek, bedrijfsleven en bevolking – daarbij een rol hebben, is dat evenmin. Het helpt dan wel als iedereen weet wat er precies van hen verwacht wordt. Het nieuwe Klimaat- en Energieakkoord dat onder leiding van de minister van Economische Zaken en Klimaat gemaakt gaat worden, moet daarbij helpen.
Naast de noodzakelijke investeringen in innovatie en kennis zijn er ook zaken waar je niet meteen direct aan denkt. Zo moet er voldoende geschoold personeel zijn om al die doelstellingen te realiseren. Alleen al de opgave om voor 2050 zo’n 7,5 miljoen woningen klimaatneutraal te krijgen, is gigantisch. Huizen moeten worden geïsoleerd en van zonnepanelen worden voorzien. Zonder geschoold personeel zal het de aannemers, installatie- en isoleerbedrijven niet lukken om dit gedaan te krijgen. Juist deze bedrijven hebben een schreeuwend tekort aan personeel. William Moorlag vroeg minister Wiebes daarom in een motie of daar rekening mee wordt gehouden bij het Klimaat- en Energieakkoord. De motie is aangenomen: in het akkoord wordt een plan voor de arbeidsmarkt opgenomen.
Jammer genoeg kiest het kabinet voor de markt
De Wet Voortgang Energietransitie (Wet VET) moet verdere duidelijkheid scheppen. Helaas ligt de nadruk in de wet op de markt. Het kabinet meent dat vooral zij voor innovatie en scherpe prijzen kunnen zorgen. De publieke netbeheerders en netwerkbedrijven hebben dan een faciliterende rol en moeten zorgen voor een betrouwbaar en betaalbaar netwerk.
De PvdA-fractie deelt dat geloof in de markt maar ten dele. Publieke en commerciële belangen gaan lang niet altijd volledig samen. Op het moment dat de markt tekortschiet en niet innoveert, moeten de netwerkbedrijven in dat gat springen. In principe is dit ook in de wet geregeld. Bij marktfalen mogen netwerkbedrijven zelf experimenteren of krijgen ze tijdelijk taken toebedeeld. Maar er is geen enkele garantie dat deze bepaling geen dode letter wordt.
Hoewel de wet dus verre van ideaal is en publieke bedrijven op afstand komen te staan, is de fractie toch voor. Het ontbreken van wetgeving zorgt al te lang voor onzekerheid en heeft daarmee de energietransitie vertraagd. Hier geldt: beter een wet dan helemaal geen wet.
Afbeelding: Roger Dohmen | Hollandse Hoogte
Contactgegevens:
T: 070-3182792
E: [email protected]