Het lijkt ideaal: burgers die zelf het heft in handen nemen en zich collectief op duurzame energie in een energiecoöperatie storten. De PvdA pleit ervoor dat overheden zelf met burgers en coöperaties investeren in duurzame energie, in plaats van subsidie te geven aan de grote bedrijven. Maar zet een energiecoöperatie voldoende zoden aan de dijk? En hoe voorkom je dat alleen de happy few profiteren?
Er valt nog een wereld te winnen. Sinds de intrede van de eerste energiecoöperatie in 2007 is ruwweg 1% van alle Nederlandse huishoudens lid van een energieproject dat met windmolens of zonnedaken lokaal energie opwekt. In een derde van alle gemeenten is er nog geen enkele lokale energiecoöperatie te vinden. En dat terwijl in het klimaatakkoord staat dat 50% van alle nieuwe wind- en zonneparken op land in handen moet komen van lokale bedrijven en bewoners.
Volgens Thijs Wentink, projectmanager bij HIER Opgewekt, betekent dit laatste ‘dat in elk nieuw project omwonenden, coöperaties, boeren en bedrijven moeten samenwerken met gemeenten en projectontwikkelaars om aan die doelstelling te voldoen.’ Het idee erachter, zegt hij, is dat participatie vanuit de omgeving het draagvlak voor duurzame wind of zonprojecten vergroot. ‘Bovendien hebben burgers zo zelf zeggenschap over hun energie en vloeien de inkomsten terug naar de lokale gemeenschap.’
Wentink: Het valt niet mee om een energiecollectief te beginnen
En dus kan de rol van de energiecoöperatie groter. Volgens Wentink valt het echter niet mee om een energiecollectief te starten. ‘Het begint bij een aantal enthousiaste aanjagers, die een stichting of coöperatie beginnen. Maar het is heel tijdrovend om dat als vrijwilliger naast je andere werk te doen.’ Hij ziet dat een aantal provincies als Friesland, Drenthe en Groningen deze coöperaties op weg helpt om wat hij noemt de volgende stap te zetten: ‘Ze worden professioneler, groter in omvang en nemen de eerste mensen in dienst. Die ondersteuning is cruciaal.’
Maar ook gemeenten moeten aan de slag, zegt Wentink. ‘Veel gemeenten worden nu overspoeld door projectontwikkelaars die een zonneweide willen neerzetten. De gemeente moet kaders stellen: hoe doe je dat, hoe zorg je dat omwonenden erbij betrokken worden, welke eisen stellen we? Daar ligt een taak voor de raad.’
Schatorje: ‘We zijn op tijd gaan praten met omwonenden om draagvlak te creëren’
Een voorbeeld van een lokale energiecoöperatie ligt in Deurne. Hier sloeg een aantal ondernemers de handen ineen en begon aan de ontwikkeling van een zonnepark met 18.000 panelen. De gemeente leende voor 30 jaar een braakliggend terrein op pachtbasis uit. Twee maanden geleden ging het park in bedrijf, het project is inmiddels overgedragen aan een stichting. Volgens Mat Schatorje, actief voor de PvdA in Deurne en betrokken bij de coöperatie, is het een voorbeeld hoe het wel kan. ‘We zijn op tijd gaan praten met omwonenden om draagvlak te creëren. Ze konden ook zelf investeren in panelen.’
Energiecoöperaties moeten daarbij wel oppassen dat ze de deur niet wagenwijd openzetten voor buitenlandse ondernemingen, waarschuwt Schatorje. ‘Je ziet vaak dat bij lokale projecten veel grote buitenlandse partijen zich melden om de Nederlandse subsidie op te strijken. Dat roept weerstand op bij omwonenden. In een naburig Limburgs dorp wilde een Duitse partij investeren, maar dat riep emoties op. Op een voorlichtingsavond hield men het niet meer in de hand.’
Energievreter Google
In haar duurzaamheidsagenda zegt de PvdA dat overheden zelf met burgers en coöperaties moet investeren in duurzame energie, in plaats van subsidie te geven aan grote bedrijven. William Moorlag, Tweede Kamerlid met energie in zijn portefeuille, zegt hierover: ‘De overgang naar groene energie lukt niet zonder de overheid. Energiecoöperaties verdienen onze steun en die van de overheid. Nee, ze zullen niet het grote doorslaggevende verschil maken in de energietransitie. Nu nemen 120.000 huishoudens energie af van coöperaties. Dat lijkt veel, maar een datacentrum van Google in de Eemshaven gebruikt net zo veel energie als alle huishoudens van de provincies Groningen en Drenthe bij elkaar. Dat grootschalig gebruik kunnen coöperaties niet behappen. Neemt niet weg dat alle beetjes helpen. Plus, een coöperatie verbreedt het draagvlak naar de overgang naar duurzame energie: het brengt de energietransitie in de hearts and minds van mensen.’
Moorlag: Energiecoöperaties maken niet het grote doorslaggevende verschil in de energietransitie, maar alle beetjes helpen
Er is een maar, ziet ook het Groninger Kamerlid. Hoe mooi het ook klink om zelf deel te nemen aan groene energie, niet iedereen kan dat financieel behappen. ‘Het zijn doorgaans goed opgeleide mensen, met enig geld, die deelnemen in een coöperatie. Het is de voorhoede. De eersten met zonnepanelen op hun dak deden dat uit idealisme, in een tijd dat het niet rendabel was. Nu komt een grotere groep. Voor de PvdA is het de taak om te zorgen dat niet alleen de happy few met voldoende geld mee doen, maar ook mensen met een smallere beurs. Dat kan door de drempel te verlagen, met leningen met lage rentes. Die worden afgelost uit de besparing op energiekosten. Ook het stimuleren van collectieve woningisolatie is een goede methode om bij te dragen aan een lagere CO2-uitstoot en een lagere energierekening.’
Friese pioniers
In 2012 begon een groep idealistische inwoners uit Makkinga met energiecoöperatie De Eendracht, dat uitgroeide tot een coöperatie die de gehele gemeente Ooststellingwerf bestrijkt. Inmiddels zijn er 90 leden, en een bestuur van vrijwilligers. Ze gaan voor groene energie, die lokaal opgewekt wordt. Zo organiseren ze onder andere zogenaamde postcoderoosprojecten. PvdA-wethouder Fimke Hijlkema uit de gemeente is blij met het initiatief. ‘We willen als gemeente al in 2030 CO2 neutraal zijn en niet pas in 2050. Dat is inderdaad een hoge ambitie. We denken dat we het halen door het van onderop te organiseren.’
Hijlkema: Van de provincie mogen we geen windmolens plaatsen
Zo makkelijk is het nog niet. Windmolens mogen van de provincie niet geplaatst worden. De gemeente zelf heeft te weinig daken om voldoende zonnepanelen te plaatsen. De daken van de dorpshuizen liggen al vol. Over de sporthallen denken ze nog na. ‘Maar we zijn er nog lang niet. We hopen dat mensen ook zelf panelen willen leggen. Als gemeente geven we vanuit een revolverend fonds een lening uit. Dat fonds hebben we al twee keer verhoogd vanwege het succes.’ Er liggen nog meer aanvragen van agrariërs om weides in te zetten voor zonnepanelen. Zo ligt er een zonnepark van 51 hectare op de tekentafel, al vraagt het volgens de wethouder nog het nodige draagvlak.
Het woord valt bij vrijwel iedereen: draagvlak. ‘Als er vooraf geen draagvlak is, moet je er niet aan beginnen.’ Raadslid Jeroen Mulder uit Emmen kijkt met een schuin oog naar de problemen met aardgas in de buurprovincie Groningen en benadrukt de noodzaak om te investeren in duurzame energie. ‘Maar kom bij de burgers niet met het argument aan dat we geen andere keus hebben, dat verkoopt heel slecht. Dat roept weerstand op.’
Mulder: ‘Kom niet met het argument dat er geen andere keus is: dat roept weerstand op’
In de discussies gooit Mulder het over een andere boeg: ‘Ik heb het liever over de voordelen om te investeren in groene energie. Dan heb je het over de kosten en dat is voor de mensen een heel ander verhaal.’ Als voorbeeld geeft hij de bouw van een particulier windmolenpark in zijn gemeente. ‘Daar heb je voldoende draagvlak voor nodig. Dus gaan we vooraf veel met mensen praten. Wat de voordelen zijn, hoe ze er zelf ook aan kunnen winnen. Dan hou je maar een handvol mensen over die bezwaar maken, met recht overigens. Die bezwaren komen ergens vandaan.’
Onlangs werden in Emmen langs de A37 door particulier initiatief 90.000 zonnepanelen geplaatst, vooral bedoeld voor de bedrijven in het kassengebied. ‘Dat was met bedrijven en met bewoners. Als we hen met lagere kosten overhalen om mee te doen, doen we dat maar zo. Het doel heiligt de middelen.’
Afbeelding: William Hoogteyling | Hollandse Hoogte