Nieuws uit de Tweede Kamer
Hulp bij stemmen voor kiezers met beperking in aantocht
De Tweede Kamer draait weer op volle toeren. Senior beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen signaleerde dat er aandacht werd gevraagd voor hulp aan kiezers die moeite hebben met stemmen en het zorgwekkende stijgende percentage kinderen zonder zwemdiploma. Ook ging het in de Kamer over de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren. 

Na elke verkiezing brengt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een evaluatierapport uit over het verloop van de verkiezingen. Vragen als hoeveel stemlocaties waren er in de gemeente? Hoe toegankelijk waren de stembureaus, hoe was de bezetting? En is eraan gedacht voorzieningen in huis te halen die stemgerechtigden helpen bij het stemmen passeren de revue.

De Tweede Kamer had onlangs al een kort debat met minister Hugo de Jonge waarin Kamerleden hem alvast aandachtspunten meegaven. Onze woordvoerder BZK Glimina Chakor was van plan met name aandacht te vragen voor kiezers die mogen stemmen, maar daar moeite mee kunnen hebben. Het gaat om kiezers met een verstandelijke beperking of dementie en laaggeletterden. In tegenstelling tot mensen met een fysieke beperking, mogen zij volgens de Kieswet geen hulp krijgen bij het invullen van het stembiljet.

Sinds vorig jaar ligt een wetsvoorstel op de plank bij de minister. Dat stelt voor om in een experiment ook ondersteuning voor kiezers met een verstandelijke beperking mogelijk te maken.

Chakor wilde het onderwerp aankaarten, maar tot haar aangename verrassing stuurde De Jonge de dag voor het debat een brief over dit onderwerp naar de Kamer. Hij kondigt daarin aan niet met een experiment te willen beginnen, maar met een nieuw wetsvoorstel te komen. Daarmee wordt de hulp in het stembureau voor deze groepen kiezers direct door heel Nederland uitgerold.

Het wetsvoorstel moet nog naar de Tweede Kamer. Als de behandeling voorspoedig verloopt, kan de wet vanaf 2026 in werking treden. Over de inhoud is nog niet veel te zeggen, al laat het eerdere wetsvoorstel (dat nu dus van tafel is) wel zien waaraan we kunnen denken.

Zo moet een stembureaumedewerker de hulp verlenen en niet iemand die de kiezer meeneemt naar het stembureau. De onpartijdigheid zou dan niet zijn gewaarborgd. Een andere voorwaarde uit het eerdere wetsvoorstel is dat de kiezer zelf in staat moet zijn duidelijk te maken op wie hij of zij wil stemmen.

Landelijke gebieden

In de evaluatie komt op verzoek van de Tweede Kamer ook expliciet aandacht voor de landelijke gebieden. Het aantal stembureaus is gedaald ten opzichte van 2019. De Kamer wil weten wat voor een impact dit had op de bevolking en daarmee op de verkiezingen. Waren de stembureaus nog wel goed te bereiken voor alle stemgerechtigden? Welke gevolgen had dit voor de opkomst in deze regio’s? Chakor ondertekende een motie van die strekking van Caroline van der Plas.

Een motie waarin de minister werd gevraagd om ervoor te zorgen dat de vergoeding voor vrijwilligers op het stembureau niet meer wordt belast, komt voorlopig niet in stemming: de minister heeft toegezegd binnenkort met een oplossing te komen.

Tenslotte kon de minister zich ook vinden in een motie van Van der Plas waarin zij vraagt ervoor te zorgen dat het indienen van ondersteuningsverklaringen voor de kandidaatstelling soepeler verloopt. Dat kan nu meestal alleen maar tijdens kantooruren. Van der Plas vroeg om een avondopenstelling van gemeentehuizen tijdens de gehele periode waarin ondersteuningsverklaringen worden ingediend.

De minister liet weten dat hij de Kiesraad al om advies had gevraagd om het proces van kandidaatstelling te moderniseren. Naast avondopenstelling denkt hij ook aan digitalisering van dat proces. 


Zwemles

Het percentage kinderen tussen de 6 en 16 jaar zonder zwemdiploma is tussen 2018 en 2022 verdubbeld. Vanuit het oogpunt van veiligheid en volksgezondheid is dat uiteraard een verkeerde ontwikkeling.

Mohammed Mohandis en Lisa Westerveld vroegen de minister voor Langdurige Zorg en Sport, Conny Helder, wat er al wordt gedaan om deze tendens te keren en wat er nog meer nodig is.

Helder antwoordde dat een afnemende vraag naar zwemles of een beperkter aanbod ervan debet kan zijn aan het zorgwekkend gestegen percentage kinderen zonder zwemdiploma. Een zwemwatertekort zou het lesaanbod beperken. Zij wees erop dat gemeenten met openbare zwembaden vanwege de hoge energiekosten gebruik kunnen maken van de regeling ‘Specifieke uitkering meerkosten energie openbare zwembaden’ (SPUK MEOZ).

Dat is blijkbaar niet overal gebeurd: van de 205 miljoen euro die daarvoor beschikbaar is, is 156 miljoen verleend.

Hoe ver het staat met de uitvoering van de motie Westerveld is mistig. De motie vraagt om binnen drie jaar een plan te maken met gemeenten zodat alle kinderen een zwemdiploma kunnen halen. Het antwoord op de vraag met welke gemeenten een dergelijk plan is gemaakt, was ontwijkend. De minister kwam niet verder dan: ‘Er wordt door de branche hard gewerkt ieder kind de kans op een zwemdiploma te bieden. In het bijzonder door badwater beschikbaar te houden, leraren op te leiden en te behouden en door drempels weg te nemen voor het volgen van lessen.’

De minister is wel met de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) in overleg om te bekijken ‘wat er aanvullend op alle huidige initiatieven nog meer nodig is op gemeenteniveau.’ De Kamer wordt in het najaar geïnformeerd over het plan op gemeenteniveau.


Ambtenaren en vrijheid van meningsuiting

Ambtenaren van Buitenlandse Zaken die openlijk hun mening geven over de oorlog tussen Israël en Gaza. Friese ambtenaren die een petitie ondertekenen over het Nederlandse klimaatbeleid. Mag dat zomaar? Of moeten ambtenaren zich neutraal opstellen en in het openbaar alleen de mening van hun werkgevers uitdragen?

Dat ambtenaren ook recht hebben op vrijheid van meningsuiting is duidelijk. Maar die vrijheid is niet onbeperkt en mag bij wet worden ingeperkt. Om die reden staat in het strafrecht bijvoorbeeld een verbod op belediging.

Ambtenarenwet

Voor ambtenaren geldt specifiek nog de Ambtenarenwet. Daarin staat dat een ambtenaar zicht dient te onthouden van het uitoefenen van het recht op vrije meningsuiting of het demonstratierecht als ‘de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.’

Hoe dat in de praktijk is te brengen, is voor de ambtenaren en hun werkgevers verre van duidelijk. Glimina Chakor wil daar opheldering over. Zij vroeg samen met Ines Kostić (PvdD) aan staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Alexandra van Huffelen richtlijnen op te stellen. Die moeten duidelijk maken hoe ambtenaren met deze bepaling van artikel 10 van de Ambtenarenwet moeten omgaan.

Ook vroegen zij of de staatssecretaris aan de hand van relevante jurisprudentie of concrete voorbeelden kan aangeven wanneer van een ambtenaar terughoudendheid wordt verwacht en wanneer niet. De vraag is eveneens of het uitmaakt of een persoon als ambtenaar of als privépersoon een petitie ondertekent of deelneemt aan een demonstratie. Volgens experts is dat moeilijk te scheiden. De antwoorden op deze vragen zijn nog niet binnen.


Afbeelding: Jeroen Jumelet | ANP


Contactgegevens:

T: 070-3182792
E: [email protected]