Een uniek bedrijventerrein met een compleet op zichzelf staande stroomvoorziening in Tiel. Regelingen om bedrijven en organisaties in Flevoland uit te dagen om met oplossingen te komen voor netcongestie. En een proef met particulieren in Tholen om het overbelaste stroomnet te verlichten. Het gaat er nu om oplossingen te vinden om netcongestie te tackelen zodat de energietransitie kan doorgaan.
We moeten afscheid nemen van fossiele brandstoffen. Dat betekent dat we niet alleen van het gas af moeten, we moeten ook massaal elektrisch rijden en koken. Onze woningen en kantoren gaan we duurzaam verwarmen.
Deze grootschalige transitie brengt een uitdaging met zich mee: hoe zorgen we ervoor dat het elektriciteitsnet al deze extra vraag aankan? Netcongestie, oftewel overbelasting van ons stroomnet, vormt een groeiend probleem. We spraken erover met wethouder Dave Verbeek, Statenlid Abassin Nessar en fractievoorzitter Jan Heshof.
Met partners hebben we een eigen energienet opgezet.
Dave Verbeek, wethouder in Tiel
Hebben jullie last van netcongestie in Tiel?
‘Zeker. Of het nu gaat om nieuwe woonwijken, scholen of bedrijventerreinen, overal lopen we tegen beperkingen aan. Dat geldt ook voor ondernemers en organisaties die willen uitbreiden. De wachttijden voor een bedrijfsaansluiting duren tot 2030, 2031, afhankelijk van de netbeheerder Tennet of Liander. En de wachttijden blijven oplopen. Ook voor particuliere aansluitingen, vooral bij nieuwe woonwijken. De behoefte aan woningen is groot, maar netcongestie zorgt voor vertraging.’
In Tiel is een off-grid bedrijventerrein ontwikkeld; het staat helemaal los van het bestaande stroomnet. Uniek in Nederland. Wat was de rol van de gemeente?
‘Twee gemeenten werken samen aan dit bedrijventerrein. Met hulp van een externe partij hebben wij bedrijven bij elkaar gebracht. De gemeente wil bedrijvigheid stimuleren en energie is daarbij cruciaal. Met partners hebben we een eigen energienet opgezet. We zijn geïnspireerd door een project bij Schiphol. Wij hebben vooral een faciliterende rol gespeeld en we hebben een kleine financiële bijdrage geleverd. Bedrijven sluiten rechtstreeks een contract af met het technologiebedrijf Joulz dat het energienet beheert.’
Het terrein heeft nog gas nodig voor de winterperioden als zonne-energie tekortschiet. Daarvoor wordt een gasturbine geplaatst. Waren windmolens geen optie? We moeten ook van het gas af.
‘Je hebt iets nodig voor de momenten waarop er te weinig zonne-energie is. Voor windenergie ben je afhankelijk van het weer. We hebben windmolens overwogen, maar windenergie is weersafhankelijk. Daarbij bleek dat het trekken van kabels en andere zaken die nodig zijn om windenergie op te wekken, te ingewikkeld en te duur te zijn.’
Wat kost deze oplossing?
‘Die is duurder dan een reguliere aansluiting, omdat de infrastructuur volledig nieuw is. Omdat bedrijven anders tot 2031 hadden moeten wachten, bleek het uiteindelijk rendabel. Vooral doordat het gaat om grote bedrijven zoals logistieke dienstverleners. Die hadden weinig andere opties.’
Hoe lang heeft de uitvoering van het project geduurd?
‘Dat viel mee, binnen anderhalf jaar hebben we alles georganiseerd, van partijen selecteren tot contracten sluiten. De kabels liggen nu al en het eerste bedrijf is in aanbouw. Alleen de gasturbine moet nog worden geplaatst.’
Denk je dat dit navolging in het land krijgt?
‘Jazeker. Bedrijven profiteren op lange termijn van het delen van energie. Dit is een logische oplossing voor veel gebieden.’
Wat raad je andere gemeenten aan als zij ook een bedrijventerrein met een eigen stroomvoorziening willen?
‘Begin op tijd. Betrek ondernemers. En kijk goed naar de noodzakelijke infrastructuur. Bij ons legt Liander de middenspanningskabel aan, zodat we later alsnog op het reguliere net kunnen aansluiten. Maar het kost tijd om afspraken te maken met partijen zoals Liander. Ten tweede: Zorg ook voor een plan B. Wij gingen eerst uit van toezeggingen van Liander, maar toen bleek dat ze niet konden leveren, kwamen onze plannen stil te liggen. Tenslotte: Denk bij nieuwe bedrijventerreinen meteen aan eigen opwek en slimme combinaties.’
We willen bedrijven stimuleren om slimme oplossingen te bedenken.
Abassin Nessar, Statenlid in Flevoland
Kent Flevoland het fenomeen netcongestie?
‘Ja, Flevoland is met Gelderland en Utrecht een van de provincies waar dit een extra groot probleem is. Vooral in Almere en Lelystad. Het is zo ernstig dat sommige nieuwe woonwijken mogelijk niet op het elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten. Tegelijkertijd ligt er een enorme woningbouwopgave: tot 2030 moeten hier 40.000 woningen komen. Rond 2050 gaat het om zelfs 90.000 nieuwe woningen. Ook het bedrijfsleven heeft last van netcongestie. Een sterke regionale economie realiseren is lastig met de huidige netproblemen.’
Flevoland heeft een subsidieregeling in het leven geroepen voor bedrijven en organisaties die lokale oplossingen voor netcongestie willen realiseren. Levert die al wat op?
‘We hebben dit via een amendement als PvdA mogelijk gemaakt. Provincie, netbeheerders en elektriciteitsaanbieders moeten beter samenwerken. En we willen bedrijven stimuleren om slimme oplossingen te bedenken. Denk aan gedeelde kabels, afgestemde piekmomenten of energie-hubs waar gebruik en opwek direct zijn gekoppeld. Flevoland met zijn vele windmolens biedt daarvoor kansen. De subsidieregeling bestaat pas drie maanden daarom zijn de effecten nu nog niet zichtbaar.’
Is batterijopslag een optie?
‘Ja, er zijn initiatieven om meer batterijopslag te gebruiken. Daarin moeten we extra investeren. Inwoners organiseren zich soms om een buurtbatterij aan te schaffen. Wij bekijken hoe we dat financieel kunnen ondersteunen.’
Wat zijn de wachttijden voor een nieuwe elektriciteitsaansluiting in Flevoland voor bedrijven en inwoners?
‘Voor particulieren kunnen wachttijden oplopen tot twee jaar in Zuid-Flevoland en de Noordoostpolder, volgens Liander. Voor bedrijven kan het zomaar 2030 worden als we geen slimme oplossingen bedenken.’
Het Rijk heeft veel geld beschikbaar gesteld om het netwerk uit te breiden, maar dat kost tijd. Netbeheerders klagen ook over lange procedures voor het aanleggen van kabels. Kan de provincie daar iets aan doen?
‘Binnen onze eigen vergunningsprocedures kunnen we zeker bijsturen. Het helpt als netbeheerders snel aangeven wat nodig is zodat wij dit kunnen inpassen in het omgevingsplan. In Almere bijvoorbeeld heeft de gemeente besloten dat bewoners geen bezwaar meer kunnen maken tegen de bouw van elektriciteitshuisjes in hun wijk, omdat daarvoor geen vergunning nodig is. Dit versnelt de procedures. Voor ons als PvdA is dit wel een dilemma. Enerzijds willen we inwoners betrekken bij ingrijpende besluiten in hun omgeving, maar tegelijkertijd speelt hier het algemeen belang. Zulke dilemma’s straks vaker voorkomen. Zeker als het gaat om woningbouw, energietransitie en bijvoorbeeld uitbreiding van het aantal defensieterreinen.’
Een oplossing is bedrijven op bedrijventerreinen het energieverbruik op elkaar te laten afstemmen.
Jan Heshof, fractievoorzitter in Tholen
In Tholen en in Sint Philipsland loopt een proef van een netbeheerder/leverancier waarbij huishoudens hun zonnepanelen tijdelijk moeten uitschakelen. Kan je daar iets over zeggen?
‘Het idee is dat mensen een (financiële – red.) beloning krijgen als ze hun zonnepanelen uitzetten bij overcapaciteit op het netwerk. Er ligt een te lichte kabel, wat zowel Tholen als Schouwen-Duiveland treft. De ruimte op het netwerk is beperkt.’
Wordt er ook gewerkt aan uitbreiding van de infrastructuur?
‘TenneT wil een groot station voor het hoofdnetwerk uitbreiden, maar dat leidt tot veel protesten. Het station ligt in een mooie polder en mensen maken zich zorgen over zaken zoals hun uitzicht en laagfrequent geluid. Er zijn al bezwaren ingediend bij de Raad van State. Een uitspraak kan jaren duren. We weten dus niet of de uitbreiding er komt, en als dat al zo is, zal het niet snel zijn.’
Welke praktische problemen veroorzaakt netcongestie?
‘Sommige bedrijven wachten al twee tot drie jaar op een aansluiting. Om dit op korte termijn aan te pakken, is op Tholen een grote batterij geplaatst. Ook wordt onderzocht of een warmtenet een optie is. Op Walcheren zien we vergelijkbare problemen. Maar waar in Nederland niet?’
Je zou denken dat Zeeland wat meer fysieke ruimte heeft.
‘De ruimte is er wel, maar het gaat om meer dan alleen dat. Procedures kosten tijd en netbeheerders hebben te maken met beperkte middelen en personeel.’
Vertrekken bedrijven omdat ze geen aansluiting kunnen krijgen?
‘We hebben nog geen bedrijven daadwerkelijk zien vertrekken, maar ze hebben wel serieus last van netcongestie. Neem bijvoorbeeld Van Meer, een bedrijf dat elektromotoren maakt en in een nieuw gebouw zit. Dat wacht al meer dan een jaar op een bedrijfsaansluiting. Tot die tijd gebruiken ze een dieselgenerator om in hun stroombehoefte te voorzien. Wrang, want eerst moeten ze investeren in duurzaamheid en nu zijn ze alsnog afhankelijk van diesel.’
Wat doet Tholen zelf om netcongestie aan te pakken?
‘Wij proberen politieke druk uit te oefenen op bijvoorbeeld netbeheerders, energiemaatschappijen en Bergen op Zoom. Wij willen extra verdeelstations, er moeten nieuwe kabels komen. Dat kan pas als in de buurgemeente een extra station staat. Over dat station is nog veel onduidelijkheid. Dat belemmert het voorwerk en vertraagt alles enorm terwijl wij juist vaart willen maken.’
Wat kan je nog meer doen om de problemen aan te pakken?
‘Een oplossing is bedrijven op bedrijventerreinen het energieverbruik op elkaar te laten afstemmen. Dat gebeurt in de pilot in Tholen-Stad. Bedrijven delen hun energieopwekking en -verbruik, zodat pieken worden beperkt. Dit wordt softwarematig geregeld. Netbeheerders werken aan nieuwe contracten voor dergelijke gezamenlijke energieprofielen. Verder is uitbreiding van de infrastructuur onvermijdelijk. Zo komen er twee hoogspanningsstations bij Bergen op Zoom. Het is belangrijk om zulke stations in het landschap te laten passen. Dat kan met bijvoorbeeld aarden wallen en begroeiing om geluidsoverlast te verminderen. Daarnaast zijn innovaties zoals groene waterstof veelbelovend voor de toekomst. Eerst voor grote industrieën, maar later wellicht breder toepasbaar.’