Een ijzige wind gaat door de kunst en cultuursector waaien. De geplande verhoging van het btw-tarief voor kunst en cultuur van 9 naar 21 procent en de bezuinigingen op het Gemeentefonds zullen niet alleen een groot deel van de werkgelegenheid en talentontwikkeling wegblazen. De maatregelen vergroten daarnaast de cultuurkloof tussen stedelijk en landelijk gebied.
De btw-verhoging op cultuur en de korting op het Gemeentefonds gaan kleinere gemeenten onevenredig hard raken. Hier vind je doorgaans de kleine en middelgrote culturele instellingen. Juist deze dreigen eerder dan de grote musea, theaters en bioscopen die in forse steden zitten, kopje onder te gaan door de btw-verhoging en het snijden in het Gemeentefonds.
Gevolg is een kaalslag in het cultuuraanbod, voorzien cultuurwoordvoerders Tjeerd van Dekken, Ralph van Hertum en Mohammed Mohandis. Investeren in kunst en cultuur is volgens hen pure noodzaak.
Het kabinet moet investeren in kunst en cultuur als sociaal cement van de samenleving.
Tjeerd van Dekken, Gedeputeerde in de provincie Groningen
Wat is jouw visie op de impact van het kabinetsbeleid op de provinciale cultuur?
‘Het kabinet zegt weinig over kunst en cultuur, wat een groot probleem is. De btw-verhoging baart ons zorgen. Na corona heeft de sector hard gevochten om overeind te blijven. Het kabinet moet investeren in kunst en cultuur als sociaal cement van de samenleving. Gebeurt dat niet, dan verliezen we ook werkgelegenheid en talentontwikkeling. Met verdere marginalisering en tweedeling als gevolg.’
Hoe verhoudt het culturele aanbod in Groningen zich eigenlijk met dat van Amsterdam?
‘Het verschil is groot. In Amsterdam wordt per inwoner rond de 80 euro aan kunst en cultuur uitgegeven terwijl dat in Groningen ongeveer 3 euro is.’
Daar stemt niet vrolijk.
‘Toch hebben wij een uniek aanbod. Eurosonic Noorderslag bijvoorbeeld blijft de belangrijkste showcase van Europa. De hele wereld komt naar Groningen om talent te zien.’
Wat zijn de belangrijkste verschillen in cultuuraanbod tussen de stad Groningen en dorpen in de provincie?
‘Het culturele aanbod in de provincie en de stad loopt eigenlijk samen. We werken op veel vlakken samen. We hebben berekend dat de subsidies precies gelijk zijn verdeeld.’
Is het type aanbod ook gelijk verdeeld?
‘Nee, er is veel diversiteit. We subsidiëren veel projecten van maatschappelijke organisaties. Zo worden verhalen verteld over armoede in de wijk, de effecten van maatschappelijke ontwikkelingen en over de lokale geschiedenis. Een paar jaar geleden hadden we een voorstelling over veertien Nederlandse jongens die in de Tweede Wereldoorlog zijn geliquideerd. Het stuk was gemaakt door familieleden en bewoners. Dit soort initiatieven proberen we zoveel mogelijk te ondersteunen. Dit college heeft ook besloten om bijna 2 miljoen extra te investeren in kunst en cultuur.’
Is dat voldoende?
‘Gegeven de politieke situatie is het best bijzonder dat we dit kunnen doen. Krap, maar nog genoeg om het culturele aanbod in Groningen nog overeind te houden. Toch zou er meer moeten worden geïnvesteerd, vooral in talentontwikkeling. Dit wordt een belangrijk punt in de begrotingsbehandelingen in november. De minister moet dan aangeven wat in elke regio telt. Nu is het minimale voorgesteld dat mogelijk tot verdere verschraling leidt.’
Wat zijn de grootste uitdagingen voor kleinere culturele instellingen in Groningen?
‘Overeind blijven en hun plannen uitvoeren. Daarom ondersteunen we kleine instellingen zoveel mogelijk.’
Hoe kan de provincie bijdragen aan het vergroten van bezoekersaantallen in musea?
‘Via Marketing Groningen en met de musea zorgen we ervoor dat kunst toegankelijk blijft door bijvoorbeeld mensen in armoede en jongeren gratis toegang te geven. Dit willen we zo houden.’
Als partijen inzien dat cultuurgeld niet alleen naar de Randstad moet, zijn we al een stap verder.
Ralph van Hertum, fractievoorzitter in Zeeland
Maak je je zorgen over de bezuinigingen op cultuur?
‘Ik ben hier negen jaar woordvoerder cultuur en wat ik zie, is dat altijd als eerste op cultuur wordt bezuinigd. Er waait een rechtse wind door Nederland. In die visie lijkt cultuur niets op te leveren. Ik geloof dat cultuur waardevol is voor het innerlijk van mensen en voor de samenleving. Het zorgt voor blijdschap, motivatie en sociale samenhang. Dat is niet in geld uit te drukken.’
Wat zijn je grootste zorgen over de toekomst van cultuur in Zeeland?
‘Ik ben bang dat cultuur wordt wegbezuinigd. Musea die sluiten, geen geld meer voor de Zeeuwse muziekschool, en het Zeeland Nazomerfestival dat mogelijk verdwijnt. Landelijk is er een pot geld voor grote evenementen, maar dat bereikt Zeeland nauwelijks. Producties die nu op bijzondere locaties in Zeeland plaatsvinden, zoals toneelstukken, lopen gevaar. Dit komt doordat de Randstad meer prioriteit krijg. Maar ook in de kleinere kernen moet cultuur kunnen bloeien.’
Hoe wil je de teloorgang van het culturele aanbod in Zeeland tegengaan?
‘Wij hebben drie plannen. Ten eerste willen we een landelijke lobby opzetten: de oplossing ligt in Den Haag. Als partijen inzien dat cultuurgeld niet alleen naar de Randstad moet, zijn we al een stap verder. Ten tweede denk ik dat het initiatief om culturele hoofdstad van Europa te worden voor Zeeland een impuls zou kunnen zijn. Dat zorgt voor een economisch vliegwieleffect. Tot slot moeten provincie en gemeenten het belang van cultuur beter inzien. Werkbezoeken en samenwerking met onder meer het bedrijfsleven zijn daarbij belangrijk.’
Welke acties onderneem je om een tegengeluid tegen het kabinet te laten horen?
‘Anita Pijpelink, voormalig cultuurgedeputeerde en nu Kamerlid, is een belangrijke schakel. Zij weet wat in Zeeland nodig is. Wij zitten wel in de oppositie, dus het is lastig. We proberen contact te leggen met partijen zoals BBB en CDA om landelijk iets voor elkaar te krijgen. Met NSC is dat moeilijker, omdat die hier geen lokale afdeling heeft.’
Hoe zie je de toekomst van culturele evenementen in Zeeland?
‘Zeeland heeft de kleinste provinciale begroting, maar qua oppervlakte is Zeeland een van de grootste provincies. We zijn dunbevolkt. Grote festivals zoals Concert at Sea kunnen doorgaan. We hopen dat mensen ook naar de kleinere evenementen trekken. Subsidies zijn hierbij essentieel; zonder die steun kan cultuur in Zeeland niet floreren.’
Dit schaadt niet alleen het verdienmodel van de culturele sector, maar ook de lokale economie en lage inkomensgroepen.
Mohammed Mohandis, woordvoerder cultuur in de Tweede Kamer
Hoe zet je je in om de verschillen in cultuuraanbod tussen de provincies en de Randstad te verkleinen?
‘De kabinetsplannen zijn een kaalslag voor de cultuur. Ze stellen enorme bezuinigingen voor, die meer impact hebben dan de 200 miljoen euro die onder Zijlstra werd gekort. Dit schaadt niet alleen het verdienmodel van de culturele sector, maar ook de lokale economie en lage inkomensgroepen. Het raakt de hele samenleving. Wij proberen met rijksgelden de spreiding van cultuur zo eerlijk mogelijk te doen, met extra aandacht voor regio’s waar culturele voorzieningen het sociale bindweefsel vormen. Dit kabinet beweert aandacht te hebben voor de regio, maar hun plannen laten het tegenovergestelde zien.’
Wat zijn de belangrijkste beleidsmaatregelen die je wilt voorstellen om de cultuur in de provincies te ondersteunen?
‘Ik wil de samenwerking tussen Rijk en lokale overheid versterken. Dan moet wel duidelijk zijn wie waarvoor verantwoordelijk is. Als gemeenten door kabinetsbezuinigingen moeten snijden in cultuur, hoop ik dat provincies bijspringen. Ik vind dat provincies niet alleen in actie moeten komen wanneer er geld van het Rijk komt, maar dat ze ook zelf meer verantwoordelijkheid moeten nemen.’
Hoe zie je de rol van de nationale overheid in het behouden van culturele diversiteit in Nederland?
‘Makers, kunstenaars en instellingen zoals bibliotheken en musea zijn onmisbaar. Het Rijk moet hen ondersteunen, zodat lokale overheden hen nog meer kunnen ondersteunen. Erfgoed koesteren is een gezamenlijke opgave. Mijn grootste zorg is dat de landelijke overheid zich terugtrekt, waardoor de lokale overheid niet op hetzelfde niveau kan blijven doorgaan met cultuurbeleid.’
Is culturele educatie in het basis- en voortgezet onderwijs niet verder te versterken?
‘Het onderwijs heeft al veel verplichtingen, dus ik snap de terughoudendheid. Toch is er veel mogelijk. Je kan culturele organisaties in scholen integreren, waardoor kinderen vanzelf meer met cultuur in aanraking komen.’
Welke effecten voorzie je voor kleine en middelgrote culturele instellingen als gevolg van het huidige kabinetsbeleid?
‘Ik vrees dat het huidige beleid dat cultuur duurder maakt, desastreus kan uitpakken voor de kleine en middelgrote culturele instellingen. We moeten meer nadenken over wat cultuur ons oplevert, zowel economisch als sociaal en over hoe cultuur de samenleving bij elkaar houdt. Het delen van verhalen en genieten van elkaars talent – of dat op een muziekschool, poppodium of in een theater is – moet laagdrempelig blijven. Samen met Asscher hebben we ervoor gezorgd dat kinderen tot 18 jaar gratis naar de bibliotheek kunnen. Dat soort concrete politiek zou ik graag breder zien. Nu gebeurt het tegenovergestelde.’