Lokaal Bestuur
Buitenspelen in de knel door woningbouw Foto: Sander Koning | ANP

Steeds minder kinderen spelen buiten. Ging het in 2022 nog om 260.000 kinderen die in hun vrije tijd (bijna) nooit buiten speelden zonder volwassene, dit jaar gaat het om maar liefst 416.000 kinderen. Dat wijst onderzoek in opdracht van Jantje Beton uit. Gemeenten kunnen daarin met goed speelruimtebeleid verandering brengen.


Dat minder kinderen buitenspelen is een zorgelijke ontwikkeling: op de langere termijn kan het gevolgen hebben voor de volksgezondheid. Het gegeven dat steeds minder kinderen buiten spelen is dan ook een gemiste kans voor de ontwikkeling van kinderen op fysiek, sociaal en cognitief vlak.

Jantje Beton pleit onder meer voor goed speelruimtebeleid in elke gemeente. Dat is om verschillende redenen belangrijk. Niet buitenspelen kan lichamelijke problemen veroorzaken. Zo neemt de kans op bijziendheid toe, raken kinderen motorisch minder fit en slapen ze minder goed. Ook kan binnen blijven voor een slechte mentale gezondheid zorgen.

De ontwikkeling werpt de vraag op: Hoe kan het dat zo veel meer kinderen vrijwel nooit buitenspelen zonder een volwassene in de buurt?

Mariëtte Hamer, ambassadeur voor Jantje Beton reageert: ‘Het belangrijkste probleem is dat er steeds minder plek is.’

En dat is een nog groter probleem voor ouders zonder een goed gevulde portemonnee. Bij gebrek aan voldoende buitenspeelruimte kunnen zij niet makkelijk uitwijken naar voorzieningen waarvoor je telkens (hoge) entree moet betalen.

Bij de afname van veilige buitenspeelruimte speelt het woningtekort een rol, stelt Hamer. ‘Bij het bouwen van woningen is er voornamelijk oog voor zoveel mogelijk bouwen. Er is weinig ruimte voor veilige speelplekken.’

Belang niet gekend

Naast het ruimteprobleem lijken ouders het belang van buitenspelen niet altijd te kennen. ‘Zij werken veel, of zijn zich niet bewust van alle voordelen die buitenspelen met zich meebrengt.’

Ouders blijken buitenspelen ook gevaarlijk te vinden. ‘Jantje Beton geeft aandacht aan dit probleem door het te agenderen bij gemeenten. Zij kunnen dan meekijken hoe ze ruimte inbouwen voor veilige speelplekken.’

Een gebrek aan sociale veiligheid en het gebrek aan speelplekken vormen vaak een belemmering voor kinderen om buiten te spelen. Maar er is wel meer te zeggen over het dalende aantal buitenspelende kinderen.

PvdA-fractievoorzitter Ernst-Jan Straver in Alphen aan de Rijn meent dat tablets en smartphones de plaats innemen van het buitenspelen. Daarnaast merkt hij op dat de manier waarop de behoefte aan buitenspelen kan worden vervuld, lijkt te veranderen. ‘De inrichting van een speeltuin wordt anders door het gebruik van multifunctionele toestellen.’

Buitenspeelbeleid

Wat doen gemeenten om kinderen te laten spelen? Jorien Geerdink, fractievoorzitter in Almelo, durft te zeggen dat ze vertrouwen heeft in het beleid van haar wethouder als het gaat om buitenspelen in de openbare ruimte. ‘Ik denk dat er sinds ongeveer vijf jaar veel meer oog is voor spelen in de openbare ruimte,’ zegt zij.

Geerdink heeft daar een aantal verklaringen voor: ‘De kanteling in hoeveelheid aandacht is gekomen, omdat de wethouder het ook ontzettend belangrijk vond. Wij hadden in die tijd een aantal vraagstukken rondom jongeren en criminaliteit. Wij dachten toen: daar moeten we toch iets mee.’

Ook in Alphen aan de Rijn is nog niet heel lang geleden een speelruimteplan ingediend. Drie jaar geleden is in een beleidsnota vastgesteld wat er met de speelplaatsen in de stad moest gebeuren. Per wijk is gekeken naar de functies, eventuele uitbreiding en modernisering. ‘Dat is een plan dat wel effect heeft gehad. We hebben verschillende speelruimten voor verschillende leeftijden. Ook hebben we nu speelruimte voor kinderen met een beperking,’ aldus Straver.

Obstakels

Ondanks een wethouder die veel aandacht heeft voor de inrichting van de openbare ruimte met betrekking op kinderen, ziet Geerdink ook obstakels.

‘De jaren ‘80 wijken, de bloemkoolwijken, zijn goed ingericht op kinderen. Er is veel groen en er zijn plekken gecreëerd om te sporten en te spelen. Bij nieuwe wijken is dat niet het geval; daar is veel steen en de buitenruimte is gericht op infrastructuur.’

De PvdA heeft daarvoor enige tijd geleden een motie ingediend. ‘We riepen op om bij de ontwikkeling van nieuwe wijken meer rekening te houden met de aanleg van speelplekken zodat deze ook uitnodigen om te spelen en te bewegen. Nu wordt daar ook meer rekening mee gehouden.’

Blijven monitoren

Hoe positief het speelbeleid in Almelo ook verloopt, het is geen vanzelfsprekendheid voor de toekomst. ‘Als we het als gemeenteraad belangrijk vinden, dan moeten we blijven monitoren hoe het beleid wordt gevoerd. Over twee jaar kan er weer een nieuwe wethouder zitten die er minder aandacht voor heeft.’

Ook Jantje Beton herkent deze moeilijkheid. Te vaak zien zij bij deze organisatie dat de bouw van woningen voorrang heeft op ruimte voor spelen en bewegen voor kinderen. Speelruimte is in veel aanbestedingen niet als onderdeel opgenomen.

Een duidelijke visie op het gebied van buitenspelen zou juist wel onderdeel moeten zin in een aanbesteding. Om dat te stimuleren reikt Jantje Beton een keer per jaar de Jantje Beton Prijs uit. Dat is een prijs voor de meest speelvriendelijke gemeente. Op basis van criteria, zoals participatie, inclusiviteit, diversiteit en sociaal vlak, beoordeelt de vakjury de gemeenten. De kinderjury neemt de uiteindelijke beslissing. Ook organiseert Jantje Beton uiteenlopende evenementen zoals de Nationale Buitenspeeldag en het Buitenspeelalarm.

Straver is helder over de rol die de PvdA moet vervullen in deze kwestie: ‘Ik denk dat we als PvdA altijd moet inzetten op de toegankelijkheid van spelen. Naast het zorgen voor die beschikbaarheid en de veiligheid, moeten we er ook altijd rekening mee houden dat wensen veranderen. Een speeltuin moet niet alleen voorzien in een wipwap en een schommel, maar ook in een voetbalkooi, bijvoorbeeld. Rekening houden met die moderniteit is belangrijk; het blijft een primaire levensbehoefte voor kinderen die je als gemeente moet faciliteren.’

Weg met de wipwap en wipkip?

Ook in Almelo moeten ze niet alleen aan de wipwap of de wipkip denken. ‘Groene’ speelvoorzieningen zijn minstens zo belangrijk. ‘Het is belangrijk dat kinderen hun eigen fantasie gebruiken. De natuur stimuleert dat. Daar kun je echt hele leuke dingen mee doen. Kijk maar naar een kind dat speelt met water en zand! En het is ook belangrijk dat kinderen de verkoeling kunnen opzoeken. Daarnaast zitten we natuurlijk ook met klimaatverandering; een speeltoestel draagt niet bij aan die kanteling, maar meer groen in de leefomgeving wel.’