Lokaal Bestuur
Gemeenten over derdelanders-dilemma Derdelanders mogen voorlopig blijven, een aantal dat er al was uitgezet voor de deur van Crownpoint in Dordrecht. Foto: Arie Kievit, Hollandse Hoogte | ANP

Mensen die in Oekraïne verbleven en naar Nederland vluchtten toen Rusland aanviel, zitten in een lastig pakket. Ruim twee jaar na het uitbreken van de oorlog zouden zij in principe terugkeren naar hun land van herkomst. Het Europese Hof bekijkt nu of dat wel terecht is.


Sommige derdelanders hebben bezwaar aangetekend tegen hun vertrek. De Raad van State heeft onlangs geoordeeld dat het Europese Hof van Justitie een oordeel moet geven. Zes derdelanders die een zaak hadden aangespannen, mochten in afwachting daarvan ook blijven, bepaalde de RvS eveneens. Al snel volgden veel anderen: van de pakweg 2400 derdelanders is nu voor 550 van hen bepaald dat zij eveneens mogen blijven tot de uitspraak van het Europese Hof.

Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg heeft afgelopen week in een brief aan de Tweede kamer laten weten dat gemeenten de derdelanders weer moeten opvangen.

Eerder spraken wij over de benarde situatie waarin derdelanders zitten met Marijn van Ballegooijen, Yusuf Çelik en en Marije Schnabel.


Wat vind je van de RvS-uitspraak?

‘We zijn een rechtsstaat, dus we wachten de rechtspraak netjes af.’

Hoeveel derdelanders zijn er in Amstelveen?

‘Aanvankelijk acht. Nog voor de beëindiging opvang derdelanders zijn daarvan vijf uit eigen beweging uitgestroomd. Bij de overige drie hebben we aangegeven dat hun opvang zou eindigen, zij zijn daarop vertrokken. Er zijn nu 430 ontheemde Oekraïners in onze gemeenteopvang.’

Hoe kijk jij naar het uitzetten van derdelanders in je gemeente?

‘Ik vind het echt een dilemma, omdat ik zie dat de ruimte die we hebben heel schaars is. Er zijn veel opvangplekken nodig voor asielzoekers, voor Oekraïners en er is ook een hele sterke stijging van economische dakloosheid. We gebruiken hotels, bouwen noodwoningen, en organiseren andere vormen van opvang. Het is echt alle hens aan dek en dat gaat al niet hard genoeg. We moeten dus steeds keuzes maken over wie de opvang het meest nodig heeft. Dan moeten we niet kijken naar nationaliteiten, maar naar de grootste nood. Het is goed dat bij de derdelanders op individuele basis wordt gekeken naar die noodzaak.’

Hoeveel mensen zijn er uit de opvang gezet?

‘Er zijn drie mensen vertrokken.’

Zijn er mensen die bezwaar hebben gemaakt tegen uitzetting?

‘Nee.’

Wat is de aard van hun bezwaar?

‘Ik denk dat het vaak gaat het om mensen die uit een land van herkomst komen dat niet veilig voor hen is om naar terug te keren. Of het gaat om mensen waarbij de familie afhankelijk is van hun inkomen. Dan kun je niet met goed fatsoen terug naar een plek waar je geen inkomsten hebt. In ons geval leek het te gaan om mensen uit gegoede families, dat komt ook voor. Zij hebben geen bezwaar gemaakt.’

Waar worden mensen eigenlijk naar toegebracht?

‘Wij weten niet waarheen deze mensen zijn gegaan.’

Wat als straks blijkt dat mensen mogen blijven. Zijn hun plekken dan nog beschikbaar?

‘Dan moet er een nieuwe plek worden gezocht, want plekken die vrijkomen zijn direct weer gevuld door nieuwe Oekraïners.’

Stopt Amstelveen nu direct met uitzetten tot er een uitspraak van het Europese Hof van Justitie ligt?

‘Dat is nu niet van toepassing, maar daar was ik wel voor geweest.’


 Hoeveel derdelanders verblijven er nu nog in Tilburg?

‘We hebben op dit moment zo’n 105 derdelanders in Tilburg. De helft van hen heeft vooruitlopend op het besluit tot uitzetting, aangegeven een andere route te kiezen. Dat kan een reguliere asielprocedure zijn, of een aanvraag voor een werkvisum, of vertrekken. De andere helft heeft nog geen keuze gemaakt.’

En nu?

‘Wij hebben de situatie bevroren. We wachten nog even met actie tot er meer duidelijkheid is, tot die tijd laten we iedereen gewoon zitten. Dat is het humane om te doen. Dat kan ook, de staatssecretaris laat daar ruimte voor open.’

Heeft Tilburg van meet af aan gezegd niet te gaan uitzetten?

‘Met de VNG, tussen gemeenten onderling en met het Rijk is besproken dat we ons aan de tijdlijn houden. Maar het beeld is nu diffuus. De staatssecretaris laat nu een beetje in het midden wat er moet gebeuren. Dus wachten wij af. De onzekerheid voor derdelanders blijft. Met Vluchtelingenwerk, COA en de Dienst Terugkeer en Vertrek blijven we daarom inzetten op een helder perspectief, via de genoemde opties. Want de huidige situatie is ook niet tot in lengte der dagen houdbaar.’

Wat verwacht je van het Europese Hof van Justitie?

‘Ik hoop op een snel besluit, maar het is niet duidelijk wanneer zij met een uitspraak zullen komen. Europese regelgeving gaat boven nationale wetgeving. Kennelijk was het bij invoering van de Tijdelijke Bescherming voor nationale overheden optioneel om die bescherming ook voor derdelanders op te nemen. Maar de wijze waarop je opzegt, is dan ook gebonden aan Europese regelgeving. Daarover gaat de discussie nu in feite. Ook over de vraag of je individuele afwegingen moet maken, maar hoe ver een uitspraak van het Hof zal gaan, is echt heel lastig in te schatten.’

Wat doen jullie nu?

‘Tot en met mei kunnen derdelanders in de opvang blijven zitten, volgens een brief van de staatssecretaris. Lees: tot die tijd wordt het sowieso vergoed. Als het Hof dan nog geen uitspraak heeft gedaan, zal dat moeten worden verlengd.’

Wat vind je ervan dat Hilversum, Amstelveen en Dordrecht wel direct begonnen met actief mensen uitzetten?

‘Ik snap de vraag, maar elke gemeente maakt een eigen afweging. Ik kan moeilijk in de situatie van andere gemeenten treden. Wij hebben ervoor gekozen ons beleid humaan en gastvrij in te richten. Het probleem wordt nu wel teveel op het bordje van gemeenten neergelegd vind ik. Het kabinet maakt een plan en gooit dat daarna over de schutting naar de gemeenten voor de uitvoering. Maar als de procedures niet helder zijn, kun je niet goed handelen. En die procedures zíjn nu niet duidelijk.’


Dordrecht begon direct met het uitzetten van derdelanders. Wat vond je daarvan?

‘We betreuren hoe dit proces is verlopen en maken ons vooral zorgen om de mensen die hier wel rechtmatig mochten zijn, maar toch zijn weggestuurd. Mensen uit de derde landen kregen begin maart het bericht dat ze 28 dagen de tijd hadden om te vertrekken. We zijn het ermee eens dat de mensen die terug kunnen naar een veilig thuisland, ook terug moeten gaan. Tegelijkertijd zijn er mensen uit de opvang gezet die nog een procedure hadden lopen bij de IND. We weten dat negen van hen de rechterlijke uitspraak hebben gekregen dat zij hun recht op opvang houden totdat een definitieve uitspraak is gedaan over hun verblijf. Deze mensen hadden hier gewoon in de opvang kunnen blijven, zonder uitgezet te worden. Niet iedere derdelander kan terug naar een veilige plek. Denk bijvoorbeeld aan mensen die homoseksueel zijn, of vanwege hun politieke overtuiging niet terug kunnen naar het land van herkomst.’

Die mensen kunnen toch gewoon regulier asiel aanvragen dan?

‘Zeker, 25 mensen hebben aangegeven dat ze de COA-route willen ingaan. Tien mensen hebben gebruik gemaakt van de terugkeerregeling. Een aantal is opgevangen bij gezinnen in Dordrecht. Anderen zijn van de radar verdwenen. Maar er is ook een aantal mensen dat een procedure had lopen en toch naar de zogeheten hub zijn geplaatst waar nauwelijks voorzieningen zijn. Terwijl ze het recht hadden op hun eigen kamer te blijven in afwachting van de definitieve uitspraak. We praten weliswaar over cijfers en procedures, maar het gaat natuurlijk om mensen met rechten.’

Hoeveel derdelanders telde Dordrecht?

‘Negentig, waarvan 34 hebben aangegeven dat zij niet veilig terug kunnen naar het land van herkomst.’

De uitspraak van de RvS is richtinggevend voor anderen. Dit betekent dat Dordrecht niet verder hoeft te gaan met uitzetten. Wat doet Dordrecht nu?
‘De plekken in de opvang zijn nu weg, daar zijn Oekraïners naartoe gegaan. De mensen die wel konden worden teruggeplaatst, konden niet terug naar hun eigen vertrouwde plek. Wat ons betreft is er dus te snel actie ondernomen. Wat niet meewerkt is dat er gemeenten zijn die het anders aanpakken, waarin geen onderscheid is gemaakt tussen Oekraïense oorlogsvluchtelingen en mensen die uit Oekraïne zijn gevlucht, maar uit derde landen komen. Dat levert onduidelijkheid op.’