Verkiezing Eerste Kamer
Op 26 mei kiezen de leden van de twaalf Provinciale Staten de nieuwe Eerste Kamer. Via het getrapte systeem bepalen Nederlandse kiesgerechtigden de samenstelling van de Eerste Kamer. Ingezetenen die geen Nederlander zijn mogen wel de gemeenteraden of algemene besturen van de waterschappen kiezen, maar niet de leden van Provinciale Staten. Het is namelijk niet de bedoeling dat deze mensen invloed krijgen op de samenstelling van de Staten-Generaal.
Een aantal partijen in de Tweede Kamer vindt dat ook de inwoners van de eilanden Bonaire, Saba en Sint-Eustatius – als openbare lichamen een integraal onderdeel van Nederland – invloed moeten krijgen op de samenstelling van de Eerste Kamer. Daarvoor dient dan eerst de Grondwet te worden gewijzigd. En alsof dat niet gecompliceerd genoeg is, doet zich ook nog een ander probleem voor. De eilanden zijn geen onderdeel van een Nederlandse provincie en kunnen dus niet via Provinciale Statenverkiezingen invloed op de samenstelling van de Eerste Kamer uitoefenen. De eilandbewoners kiezen per eiland voor een Eilandsraad. Maar omdat – net zoals bij Nederlandse gemeenten – de eilandsraden ook door ingezetenen worden gekozen die geen Nederlander zijn, ontstaat er een probleem als de eilandsraden invloed zouden krijgen op de samenstelling van de Nederlandse Eerste Kamer. Het vinden van een oplossing was niet eenvoudig. Aangezien er maar een kleine 1200 niet-Nederlanders op de eilanden wonen, had er om praktische redenen voor gekozen kunnen worden om maar voor lief te nemen dat die kleine groep toch invloed zou krijgen op de samenstelling van de Eerste Kamer. Omdat dit,vooral door de Eerste Kamerleden, als ongewenst gezien wordt, moest er voor een andere oplossing worden gekozen. Het voorstel van minister Plasterk is nu dat er op de eilanden niet alleen gestemd kan worden voor een Eilandsraad maar ook voor een (nieuw op te richten) kiescollege. Voor de Eilandsraad behouden alle inwoners hun stemrecht. Voor het kiescollege krijgen alleen Nederlandse eilandbewoners stemrecht. Dat kiescollege doet vervolgens mee met de verkiezingen voor de Eerste Kamer. Bij een recent algemeen overleg met minister Plasterk liet PvdA-Kamerlid Roelof van Laar weten in te kunnen stemmen met deze oplossing. Daarmee tekent zich een meerderheid voor het voorstel af. Omdat het hier een grondwetswijziging betreft moet het voorstel twee keer door zowel de Eerste als de Tweede Kamer en is er een tweederde meerderheid nodig. Of en wanneer de inwoners van eilanden invloed gaan krijgen op de samenstelling van de Eerste Kamer is daarom nog onduidelijk.
Topinkomens en gemeenten
Uit antwoorden op de Kamervragen van PvdA-Kamerleden John Kerstens en Otwin van Dijk blijkt opnieuw dat gemeenten eisen mogen stellen aan de organisaties waaraan zij subsidie verlenen. De gemeente Tilburg wil vanaf 2016 geen subsidie meer verlenen aan organisaties die functionarissen in dienst hebben die meer dan het ministerssalaris verdienen (178.000 euro). Minister Plasterk laat weten dat gemeenten dit mogen doen. Wel wijst hij erop dat organisaties die van verschillende gemeenten of andere overheden subsidie ontvangen, niet te maken mogen krijgen met verschillende eisen ten aanzien van topinkomens. Hij overlegt daarom met de VNG, het IPO en een aantal gemeenten en provincies om modelaanpakken uit te werken. De minister informeert de Kamer nog voor de zomer over juridisch houdbare en praktisch werkbare modellen die hem voor ogen staan. Duidelijk is nu al wel dat er meerdere gemeenten zijn die ervaring hebben met het reguleren van topinkomens bij subsidie ontvangende organisaties.
Foto: John Samson
Deze rubriek wordt samengesteld door Ton Langenhuyzen (beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie)
Contactgegevens Ton:
T. 070-3182792
M. [email protected]