Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling aan je voor. Deze keer is dat:
De toekomst voor Nederland ligt in grote steden en stedelijke regio’s. Zij moeten daarom meer bestuurlijke kracht, vrijheid en budget krijgen van het Rijk.
Leo Bruijn, fractievoorzitter Rotterdam
Het zal je niet verrassen dat ik het in principe eens ben met deze stelling. Als Rotterdammer zie ik elke dag waar we in onze grote stad toe in staat zijn en hoe groot de betrokkenheid bij de bewoners is. Dus ja: ik pleit voor meer bestuurlijke kracht, vrijheid en budget van het Rijk voor de grote steden. Dat is in mijn optiek de enige manier om de diensten te kunnen leveren die van ons worden gevraagd en verwacht. Desalniettemin moeten wij er wel met zijn allen voor waken dat het basisniveau van sociale voorzieningen niet te veel uit elkaar gaat lopen in de verschillende gemeenten, groot of klein.
Joey van Aken, raadslid Steenbergen
De toekomst voor Nederland zit in regio’s waarbinnen steden en kleine kernen zich verenigen. Door deze stedelijke regio’s worden onder andere decentralisaties beter opgepakt. Daarnaast zou ik eerder willen pleiten voor een minister van Krimp dan een minister van Grote Steden zoals Aboutaleb onlangs bepleitte. Innovatie in het centrum zal blijven bestaan, maar we moeten voorkomen dat de periferie wordt uitgehold. Daarom zou er volgens mij juist meer budget naar de perifere gebieden moeten gaan.
Nelleke Vedelaar, wethouder Zwolle
Hoera voor Aboutaleb!
Wij kunnen wel denken, praten en schrijven, maar in de stad gebeurt het al lang.
Grote maatschappelijke vraagstukken worden door inwoners, ondernemers en maatschappelijke vernieuwers opgelost. Dat betekent voor politici en bestuurders: er op uit! In gesprek! Luisteren en doorvragen. Maar vooral: ruimte bieden en aanmoedigen. De mooiste ideeën komen in de stad tot stand. Sociale wijkteams bestonden er al lang. Voor maatwerkoplossingen was geen wet nodig, maar ruimte en ruggesteun. Wijkbedrijven die investeren in duurzame oplossingen, die werkgelegenheid creëren en maatschappelijke winst voor de wijk. Sterke regio’s (met al haar betrokken) die zich door samenwerking succesvol inzetten voor het behouden, vergroten en vernieuwen van werkgelegenheid. Bewoners die leegstaande panden en braakliggende gronden omtoveren tot stadstuinen, nieuwe inclusieve werkplaatsen en culturele ontmoetingsplaatsen.
In de stad, daar gebeurt het al lang.
Carolien de Heer, raadslid Amsterdam
Ik ben het eens met deze stelling. De slagkracht van steden is vele malen groter dan die van de centrale overheid. Zoals Benjamin Barber het mooi verwoorde: ‘Steden hebben niet de betonnen benen waar staten op lopen’. Zonder die betonnen benen zijn steden in staat om grote problemen snel te adresseren op een manier die bij de bewoners van een stad past. Een mooi voorbeeld vind ik Project 1012 in Amsterdam. Hiermee gaan we mensenhandel en buurtverloedering tegen door onder andere het opkopen van bordeelramen. Het zou een goede eerste stap zijn richting meer bestuurlijke kracht, vrijheid en budget voor de steden als er meer belasting direct door de stad, in plaats van de landelijke overheid, wordt geïnd.
Marleen Damen, wethouder Leiden
Ja, er ligt veel kracht in de steden en stedelijke regio’s. Ook in de Leidse regio. Van arme industriestad in de jaren vijftig naar een welvarende kennisstad. Een wereldspeler op het terrein van life sciences in een regio met de hoogst opgeleide bevolking van Nederland. Daar profiteert iedereen in onze regio van. We hebben dit bereikt door intensieve samenwerking met regiogemeenten, kennisinstellingen en toonaangevende bedrijven op het Biosciencepark. Met meer ruimte en geld kunnen we deze ontwikkeling verder brengen. Dat vereist echter ook meer bestuurskracht. In regio’s met veel gemeenten is die bestuurskracht kwetsbaar. Meer druk hierop vanuit het Rijk en de provincie zou welkom zijn. Maar het enige wat we hier tot nu toe van hebben gezien is een korting op het gemeentefonds oplopend tot bijna een miljard in 2025. Voor Leiden is dit 10 miljoen. De maatregelen om te komen tot schaalvergroting zijn niet genomen, maar de korting is gebleven. Terwijl iedereen weet dat samenwerken van onderop veel tijd en daarmee ook geld kost.
Bouchra Dibi, raadslid Utrecht
Ik ben het eens met de stelling. Als raadslid In Utrecht merk ik te vaak dat de landelijke overheid drempels opwerpt waardoor wij als stad niet die beslissingen kunnen nemen die het beste zijn voor Utrecht. Een voorbeeld hiervan is beleid rondom de bijstand of de vluchtelingenopvang. Het gevolg van deze drempels is dat beslissingen uitgesteld worden, er lange politieke discussies volgen en uiteindelijke halfslachtige oplossingen bedacht worden die helemaal niet goed zijn voor de stad en haar bewoners. Meer bestuurlijke kracht, vrijheid en budget van het Rijk zou daarom veel effectiever zijn, zodat een stad zelf haar oplossingen kan bedenken toegespitst op de problemen en of kansen die er op dat moment spelen in de stad.
NB Voor deze stelling hebben we reacties gevraagd van zowel wethouders en raadsleden van het platteland als uit de stad. Helaas is er vanuit de plattelandsgemeenten slechts één reactie gekomen.
Afbeelding: Hollandse Hoogte