Zelfs in het welvarende en ontwikkelde Nederland is voor mensen met een handicap de toegankelijkheid tot openbare gebouwen, openbaar vervoer, cafés, restaurants etcetera niet vanzelfsprekend. Otwin van Dijk probeert hier al jaren verandering in te brengen. Onlangs heeft hij een amendement ingediend op de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Zoals uit de naam van de wet al blijkt, is het verboden om onderscheid tussen mensen te maken vanwege het feit dat zij een handicap of chronische ziekte hebben. Naast dit discriminatieverbod bepaalt de wet ook dat er daadwerkelijk iets moet worden gedaan om de toegankelijkheid te verbeteren. Vreemd genoeg is de toegang tot publiek gebouwen of diensten daarbij niet het uitgangspunt. Volgens de wet moet een organisatie, alleen als daar behoefte aan is, doeltreffende aanpassingen verrichten om een pand of een dienst toegankelijk te maken. Dat wil dus zeggen dat het niet vanzelfsprekend is dat een winkel, restaurant of gemeentehuis sowieso toegankelijk moet zijn. Veel mensen met een handicap worden daardoor elke dag geconfronteerd met diverse – voor de meeste mensen onzichtbare – obstakels.
Toegankelijkheid is volgens de huidige wet als het ware een extra service die eventueel geboden kan worden. Van Dijk draait dit met zijn amendement om: toegankelijkheid moet normaal worden, ontoegankelijkheid de uitzondering. Hij begrijpt wel dat het niet redelijk is om te verwachten dat dit van de ene op de andere dag geregeld is, daarom staat in het amendement ook dat het uitgangspunt van toegankelijkheid niet geldt als dat ‘een onevenredige belasting’ vormt. Met deze redelijkheidseis wordt het mogelijk om geleidelijk toe te werken naar totale toegankelijkheid. Bovendien kan er dan rekening gehouden worden met een onderscheid tussen bestaande (historische) gebouwen en nieuwbouw, de financiële draagkracht van de exploitant, enzovoort.
Van Dijk wijst op het lichtend voorbeeld van de Verenigde Staten waar toegankelijkheid al 25 jaar geleden wettelijk geregeld is, met resultaat… Binnen een paar jaar waren de meeste publieke gebouwen, restaurants, hotels, musea, parken en het openbaar vervoer moeiteloos omgeschakeld naar toegankelijkheid voor iedereen. Ook Scandinavische landen gingen ons voor. Binnenkort wordt er over het amendement gestemd. Van Dijk rekent op een brede meerderheid.
Snel en onbeperkt internet voor buitengebieden
Bij een algemeen overleg over telecom met de minister van Economische Zaken voerde kersvers Kamerlid Harm Brouwer het woord. Een van de punten die daar aan de orde kwam was internet in de buitengebieden. Hoewel vrijwel overal in Nederland wel enige vorm van internet beschikbaar is, is het voor een modern gezin niet meer genoeg om dat via een langzame verbinding te krijgen. Streamen, Youtube, Netflix en thuis werken vanuit de cloud vergen meer dan dat. Toch is in veel buitengebieden nog geen snel internet beschikbaar. Het helpt dat KPN in de buitengebieden via een 4G verbinding snel internet beschikbaar heeft gesteld, maar optimaal is dat nog niet. Zo geldt er een maandelijkse datalimiet van 50GB. Een actief gezin, een bedrijf, een zelfstandig ondernemer of thuiswerker is dat zo kwijt. Zelfs als men – zoals bij sommige abonnementsvormen het geval is – het dubbele aantal GB’s krijgt, blijft er een knelpunt. Een 4G internetabonnement zonder datalimiet is op dit moment nog niet mogelijk vanwege capaciteitsbeperkingen bij KPN. Daarnaast vrezen veel mensen in de buitengebieden dat zij met deze oplossing tevreden moeten zijn en voortaan verstoken zullen blijven van echt snel internet zonder datalimiet. Brouwer vroeg de minister om hiernaar te kijken. Een oplossing is op korte termijn echter niet te verwachten.
Foto: IStock
Deze rubriek wordt samengesteld door Ton Langenhuyzen (beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie)
Contactgegevens Ton:
T. 070-3182792
M. [email protected]