Het nieuwe tv-seizoen is begonnen. Dat is fijn, want met de lange winteravonden en een spannende aanloop naar het verkiezingsjaar in het vooruitzicht kijken mensen weer meer tv. Zeker na zo’n lange sportzomer met veel gehijg, gejank en testosteron is het wel zo verfrissend om weer wat ‘gewone’ mensen op de buis te zien.
Tv-zenders presenteren in deze tijd hun nieuwe programmering en de mensen met wie ze dit gaan doen. Zo ook RTL. Uiteraard leverde dit een prachtig plaatje op, zo op de trap van het Amsterdamse filminstituut EYE. De meisjes allemaal blond, lang haar en veel blote benen, de jongens gemiddeld iets ouders, slank en als ze nog haar hebben ook vooral blond. Onder de bijna 60 RTL-sterren zie je slechts twee zwarte mannen en één vrouw die misschien weleens een mediterrane achtergrond zou kunnen hebben. Kortom, een diversiteitsgehalte van niets. Bij de publieke omroep ligt dat niet heel anders: ook hier nagenoeg alleen witte vrouwen, die weliswaar iets minder op blond haar en lange benen geselecteerd zijn, en witte mannen, die gemiddeld iets ouder en grijzer zijn dan hun collega’s van de RTL.
Toch wel opmerkelijk. Nee, dan kunnen de zendercoördinatoren nog wel wat leren van de politieke partijen. Die zijn nu volop bezig met het samenstellen van de kandidatenlijsten. Op een enkele partij na maken zij zorgvuldig afwegingen over de diversiteit op de lijst, de man-vrouwverhouding, allochtoon versus autochtoon en over wie herkenbare rolmodellen voor potentiële kiezers zijn. Hoewel ons huidige parlement nog lang geen afspiegeling van de samenleving is, doet Den Haag het wel beter dan de omroep.
Dat is een probleem: het zegt misschien niets over de kwaliteit en inhoud van programma’s, maar wel over wie er naar kijken. Je kijkt vooral naar programma’s en hun boegbeelden als die tot je verbeelding spreken of als je jezelf met hen kunt vergelijken, omdat je dingen gemeen hebt en je op elkaar lijkt. Zeker nu de enige zwarte en vrouwelijke DWDD-sidekick verdwenen is om zich bij DENK in te gaan zetten voor vrouwenrechten, bieden de omroepen dat nu niet aan grote groepen in onze samenleving. Een taak waar ze, zo vermoed ik, overigens de komende tijd haar handen wel vol aan zal hebben. De heren van DENK menen immers dat het idee van vrouwen in topfuncties moet worden geherdefinieerd tot de herwaardering van de huisvrouw.
Alle omroepen en zenders zijn gericht op witte kijkers en worden gedomineerd door witte boegbeelden. Niet witte mensen zullen daarom naar andere zenders, zoals die uit hun ‘thuislanden’, blijven kijken en krijgen daardoor dus andere informatie mee. Veel berichten van de witte media zullen hen niet bereiken. In plaats van daarover te zeuren zouden de Nederlandse media de hand in eigen boezen kunnen steken en diversiteit tot norm verheffen, zodat iedereen en niet alleen de blonde meisjes en jongetjes kan dromen over een carrière bij de TV. De volgende staatssecretaris hoeft programma’s niet te verbieden, maar kan wel eisen stellen aan de diversiteit en herkenbaarheid. Op die manier krijgen we eindelijk een publieke omroep die onze samenleving weerspiegelt en in alle facetten weergeeft.
Aflbeelding: Patrick Harderwijk | Hollandse Hoogte