Afgelopen donderdag stond de Hofplaats vol met boze wethouders en wanhopige burgemeesters. Want terwijl veel gemeenten alleen nog met pijnlijke bezuinigingen de begroting rond krijgen, vindt minister Ollongren de tijd nog niet rijp om maatregelen te nemen. Alle hoop was daarom gevestigd op de Kamer die tijdens het algemeen overleg financiële verhoudingen de minister zou moeten wakker schudden.
De boodschap is in ieder geval bij de Kamer geland
Libbe de Vries
Wethouder in Opsterland
En is de minister wakker geworden?
‘Nou, dat is wat vroeg om te zeggen. Maar ik kan in ieder geval wel zeggen dat de ernst van de situatie is neergedaald. Waar je een paar maanden nog Kamerleden had, die zeiden dat het allemaal wel meeviel, was tijdens dit debat iedereen buitengewoon scherp en kritisch.’
Dus jullie protestactie is geslaagd?
‘Ja, niemand kan meer om ons heen. De sfeer was donderdag precies goed. We stonden daar niet te schreeuwen, maar hebben wel duidelijk laten blijken dat het zo niet langer kan. Niet alleen door de fysiek aanwezige wethouders en burgemeesters, maar ook met tachtig videoboodschappen die vooraf waren opgenomen. Elke keer weer dezelfde boodschap: als er niet structureel geld bij komt, gaat de bibliotheek dicht, blijft het zwembad gesloten en kunnen we kinderen die dringend jeugdzorg nodig hebben niet meer helpen. Dat was heel krachtig.’
Werd er geluisterd?
‘Dat denk ik wel. De minister nam de tijd om ons aan te horen en de kersverse burgemeester van Den Haag, Jan van Zanen, bood als voorzitter van de VNG de brandbrief van 247 gemeenten aan de commissievoorzitter Erik Ziengs aan. Ons protest en die 247 gemeenten kwamen ook nog een aantal keer in het debat terug. De urgentie wordt nu breed gedeeld en de minister is echt onder druk gezet om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven.’
Maar Ollongren wil nog steeds eerst onderzoek. Vanwaar het optimisme?
‘We zijn er inderdaad nog niet, maar de minister komt van ver. Een paar dagen geleden zei ze dat het allemaal wel meeviel, omdat er slechts 8 gemeenten onder preventief toezicht staan. Dat was een tamelijk bizarre constatering, want dat er nog maar zo weinig gemeenten een artikel 12 status hebben, komt alleen maar doordat we met zijn allen creatief kaasschaven, beknibbelen op de sociale voorzieningen en de laatste reserves opeten. Niet voor niets werd de brandbrief van de VNG door maar liefst 247 gemeenten ondertekend. Zelfs Ollongren kan daar niet om heen. Zij ziet nu ook dat de koek echt bijna op is.’
Toch blijven concrete noodmaatregelen in ieder geval tot halverwege augustus uit en lijkt een structurele oplossing er deze kabinetsperiode niet meer in te zitten. Waar zit de concrete winst?
‘Kijk halverwege augustus is voor ons eigenlijk te laat. Ik ga morgen de begrotingsbesprekingen in en op basis van de huidige situatie wordt dat geen vrolijke discussie. Maar tegelijkertijd heeft de Kamer aangedrongen op snel meer duidelijkheid en willen ze nog in het reces bijeenkomen. De partijen keerden zich duidelijk tegen de opschalingskorting. Ook weten we waarschijnlijk voor half augustus of we dit jaar eenmalig een niet-sluitende begroting in kunnen dienen. Structureel betekent dat natuurlijk niet zoveel, maar het haalt de druk tijdelijk van de ketel. En dat beschouw ik als winst.’
Dat het kabinet alles voor zich uitschuift, is teleurstellend, maar niet onverwacht
Marinka Mulder
Wethouder in Renkum
Wat vond je van het Kamerdebat donderdag?
‘Laat ik beginnen met het positieve. De minister wil nu samen met de provinciale toezichthouders praten over eventueel uitstel en de tekortbegroting, en haar collega Hoekstra van financiën gaat onderzoek doen naar de opschalingskorting. Want er zit een verschil van iets meer dan € 200 miljoen tussen wat het CPB heeft berekend en wat er in de begroting staat.’
Is dat niet vrij mager?
‘Ja, het is verre van genoeg. Hiermee zijn we zeker niet uit de brand geholpen. De structurele oplossing wordt in feite doorgeschoven naar het volgende kabinet. Dat is natuurlijk behoorlijk teleurstellend, maar eerlijk gezegd had ik ook niet meer verwacht.’
Waarom niet?
‘Of het nu gaat om de stikstofcrisis, de lerarentekorten, geen structurele verbetering voor de zorgmedewerkers: het kabinet schuift alles voor zich uit.’
De handdoek in de ring dan maar?
‘Nee, er zijn wel wat lichtpuntjes waar ik me aan vast houd. Het lijkt er op dat we met het mogelijk uitstellen van de begrotingen en de eventuele tekortbegrotingen wat tijd hebben gewonnen. Ik hoop dat de provincies, die al tegen de minister hebben gezegd, dat ze hun toezichthoudende rol niet meer op een rechtvaardige manier kunnen uitoefenen, de druk tijdens het gesprek over de tekortbegrotingen verder gaan opvoeren.
Positief is verder dat de Tweede Kamer nu echt niet meer om ons heen kan. Dus ik verwacht dat de Kamer tijdens het debat over de herverdeling van het Gemeentefonds in september de hakken in het zand zet en duidelijk maakt dat de gemeenten bezwijken als er nog meer bezuinigd moet worden.
Maar wat ik misschien nog wel het belangrijkste vind, is dat we donderdag als lokale bestuurders naar de samenleving hebben duidelijk gemaakt hoe het zit. We staan ook met de rug tegen de muur en bezuinigen echt niet voor de lol, maar worden daartoe gedwongen door het kabinet. Het is niet de gemeente tegen de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties, maar zij aan zij tegenover het kabinet.’
Dus het protest van donderdag is wel een succes?
‘Ja. Zelf vond ik het filmpje van Midden-Drenthe, waarin niet de wethouders, maar de plaatselijke theatermaker, de bibliothecaris en de zorgverlener vertelden wat er op het spel staat, heel krachtig. En de filmpjes van wethouders financiën die letterlijk tot hun middel in het water stonden, laten wel zien hoe hoog de nood is. Serieuze mannen die hun pak verpesten, het zou hilarisch zijn als het niet zo treurig was.
Omdat de actie ook echt vanuit de gemeenten zelf kwam, is de VNG ook harder en zichtbaarder gaan lobbyen. In het begin was nog wel twijfel over de koers, maar nu zijn de gelederen gesloten. We moeten van een drol geen gebakje willen maken, maar ik denk echt dat we een klein beetje in de goede richting zijn opgeschoven.’
Afbeelding: Albert van den Bosch