Het Europees coronaherstelfonds kan een belangrijke bijdrage leveren aan de opgave om de gebouwde omgeving klimaatneutraler te maken. Als Nederland voor 30 april z’n plannen indient, dan kan 37% van de beschikbare € 5,6 miljard worden geïnvesteerd in het verduurzamen van woningen, door ze te isoleren.
De Europese fractie maakt zich er hard voor om dit voor elkaar te krijgen. Want het is makkelijk gezegd dan gedaan dat we in 2050 van het aardgas af moeten zijn. Europarlementariër Mohammed Chahim stelt dat we in Nederland achterlopen in de verduurzaming van woningen: ‘In de afgelopen jaren zijn er tweeduizend woningen van het aardgas afgegaan, om onze doelen te halen in 2050 moet dat naar 2000 per dag. We staan dus voor een enorme opgave.’
Een belangrijke stap in het verduurzamen van woningen is het isoleren: een ‘no regret-maatregel’. Chahim: ‘Niet iedereen heeft ruimte en geld voor een warmtepomp of een warmtekoude installatie, maar isoleren kan altijd. Een spouwmuur-, vloer- en dakisolatie zijn relatief betaalbaar. Het lijkt ons verstandig om het geld van het noodfonds hierin te steken. Het stimuleert bovendien de werkgelegenheid en daarnaast zijn er ook steeds meer mensen die moeite hebben om hun energierekening te betalen. Als je het collectief doet, dan hoef je misschien alleen maar een handtekening bij het kruisje te zetten.’
Chahim: Steek het geld van het Europees noodfonds in de verduurzaming van huizen
Volgens Chahim kan het fonds een drempel wegnemen om nu massaal aan de slag te gaan met het verduurzamen van woningen. ‘Zodat we een leercurve krijgen en de kosten lager worden. Dat is in het verleden al gebeurd met zonnepanelen en dat kan straks weer gebeuren met zaken als een warmtenet, waterstof of waterpompen. Door te experimenteren en grootschalige aanpak, worden duurzame maatregelen misschien wel even duur als een cv-installatie of boiler.’
Het idee is om een landelijk isolatiefonds op te richten. ‘Maar er komt ook een verdeling over regionale organisaties in Nederland vanuit het EFRO, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Normaal vraagt de Europese Commissie om cofinanciering, maar deze voorwaarde is voor dit steunfonds vervallen.’
Woningcorporaties aan zet
Chahim moedigt aan om te beginnen bij de woningcorporaties. ‘Meld er wel expliciet bij dat de huren niet verhoogd mogen worden. Veel gemeenten bieden een duurzaamheidslening, maar dat wordt nog steeds gezien als een lening. Die kunnen mensen bijvoorbeeld niet krijgen, omdat ze al aan hun limieten zitten. Wat er dan niet in ogenschouw wordt genomen is de besparing die het mensen oplevert. Dat lijkt me niet de bedoeling.’
Gemeenten werken in de warmtetransitie al samen met partners als woningbouwverenigingen. In Gorinchem bijvoorbeeld meldt wethouder Eelke Kraaijeveld dat ze vooruitlopend op hun Transitievisie Warmte al aan de slag zijn gegaan in de Gildenwijk, een wijk met veel corporatiebezit: ‘In de Gildenwijk zijn we nu bezig met het maken van een uitvoeringsplan voor een warmtenet. Helaas zijn we – ondanks het goede plan – de subsidie misgelopen voor de proeftuin aardgasvrije wijken. Dat had ons een belangrijke extra zet kunnen geven. We zijn hiervan namelijk echt afhankelijk.’
Kraaijeveld: Het Europese geld is meer dan welkom
Daarom wordt er in Gorinchem met interesse naar het EU-coronaherstelfonds gekeken, meldt Kraaijeveld. ‘Al zal dat wel goed en laagdrempelig ontsloten moeten worden. Voor particulieren is het moeilijk om te investeren. Woningcorporaties hebben iets meer mogelijkheden, maar die hebben ook geen grote investeringscapaciteit door de verhuurdersheffing en hebben ook echt financiële armslag en subsidies nodig.’
Kraaijeveld vindt het ook goed om te beginnen met besparen en isoleren, dat kan ook op een natuurlijk moment bij een verbouwing of verhuizing. ‘Wat mij betreft staan we voor een brede en sociale opgave. We moeten serieus aan de slag met zaken als gebouw gebonden financieren.’
Janssen: Het is belangrijk om als gemeente zeggenschap over de tarieven te houden
In Wageningen is er wel een pilot vanuit de proeftuin aardgasvrije wijken, vertelt wethouder Anne Janssen: ‘Het initiatief hiervoor is vanuit de gemeenschap ontstaan, bewoners hebben zeggenschap. Daardoor krijg je een heel interessante dynamiek: in de wijk wonen koplopers en kritische mensen. Buren proberen hun eigen buren dus te overtuigen.’
In Wageningen is meer dan vijftig procent in bezit van de woningbouwvereniging en de WUR. Dat biedt mogelijkheden vertelt Janssen. ‘In de proeftuin werken we aan een warmtenet, met restwarmte. We zijn daarbij bezig met de voorbereidingen van een publiek-private samenwerking. Als gemeente vinden we het belangrijk om betrokken te blijven, omdat we bijvoorbeeld zeggenschap willen houden over de tarieven. Het moet sociaal en eerlijk zijn, en de huurders moeten er voordeel van hebben.’
Ellende van gaswinning
De ellende van de gaswinning merkt Groningen elke dag, zegt wethouder Roeland van der Schaaf: ‘Ook hier vindt heus wel de discussie plaats of we echt van het aardgas af moeten. Maar we moeten ons wel gaan voorbereiden op de toekomst.’
Van der Schaaf twijfelt niet of het mogelijk is: ‘We zijn tenslotte ook in een paar jaar overgegaan van kolen naar gas. Ik merk dat er veel energie in zit bij mensen om mee te doen. Er wordt vaak een beeld geschetst dat mensen er niet op zitten te wachten, maar dat is niet zo. Uiteenlopende mensen zien de waarde ervan in, ook omdat de woning een stuk comfortabeler wordt.’
Van der Schaaf: Het is een enorme opgave, maar het kan
Momenteel lopen er in drie gebieden in Groningen proeven. ‘Met drie soorten verwarming: een warmtenet, all electric en in de oude binnenstad een hybride vorm met groen gas. Het is belangrijk dat we het samen met bewoners aanpakken.’
De Groningse wethouder noemt de opgave van de warmtetransitie vergelijkbaar aan de wederopbouw: ‘Wij hebben in Groningen de ambitie om in 2035 de gebouwde voorraad energieneutraal te hebben. Dat vergt heel systematisch een grote inzet. Het is mooi dat we proeftuinen hebben en dat we aan het uitproberen zijn, maar je moet eigenlijk inzetten op een derde golf van stadsvernieuwing. Het moet de motor worden voor meer dingen, ook bijvoorbeeld inclusieve en groenere wijken. Het is dus niet alleen een kwestie van geld, maar ook van het opzetten van een organisatie.’
Van onderop of collectief
Wethouder Jelle Zoetendal van Heerenveen vertelt dat er voorbereidingen zijn voor aardgasvrije wijken. ‘Er is draagvlak voor in onze gemeente. Ook hier in de buurt wordt gas gewonnen, dus we merken ook wel effecten ervan. Met onze aanpak willen we van onderop beginnen, daarom heet onze campagne ook “Eén voor één groener”. Een buurt heeft het initiatief genomen voor aquathermie. Ze zijn zelf met het idee gekomen, omdat we hier veel open water hebben. Momenteel faciliteren we vooral het gesprek. We geven subsidie aan vijf projecten, waarin innovatieve dingen worden gedaan.’
Zoetendal noemt het een dilemma om te beginnen bij wijken waar veel sociale woningbouw is: ‘Het is mooi om met het collectieve bezit te beginnen, maar ik aarzel ook omdat het draagvlak daar minder is. Ook omdat huurders vaak zelf minder te besteden hebben. En waar investeer je dan in: in andermans bezit.’
Zoetendal: Je wil niet dat mensen met een kleine portemonnee opdraaien voor hogere ontwikkelkosten
De Heerenveense wethouder vindt dat je deze wijken niet als eerste moeten doen, omdat de inwoners dan voor de hogere ontwikkelkosten opdraaien. ‘Maar als laatste is ook niet goed, want de transportkosten voor gas worden bijvoorbeeld steeds hoger. Je moet voorkomen dat mensen met een kleinere portemonnee aan het kortste end trekken en straks het minst duurzame huis van het dorp hebben. En als die mensen dan op achterstand komen, aan wie moet je dat verwijt dan maken?’
De gemeente kan dit dilemma niet in haar eentje beslechten, vreest Zoetendal. ‘Wij als gemeente zijn geen bank en kunnen niet zomaar een regeling in het leven roepen. Daar hebben we de middelen niet voor. Je moet hier op Rijksniveau naar kijken, bijvoorbeeld naar een woninggebonden hypotheek.’
Energiearmoede voorkomen
Net als Gorinchem, begint Wageningen juist wel bij de ‘smalle beurzen’, zegt Janssen. ‘We vinden het juist belangrijk om mensen met een smalle beurs voor te laten gaan. Je moet zeker investeren in deze wijken, al was het maar om energiearmoede tegen te gaan. De meerkosten moet je als overheid op je nemen.’
Samen met andere gemeentes onderzoekt Wageningen de mogelijkheid tot het oprichten van een ESCo, een energy service company. ‘Voor mensen met een smalle beurs die wel een koopwoning hebben, is € 10.000 tot € 20.000 vaak een hoop geld. Zo’n organisatie kan dat voor een groot gedeelte compenseren door bijvoorbeeld grootschalig in te kopen. We lossen hiermee eigenlijk het marktfalen op. Je zou dit wat mij betreft ook op veel grotere schaal moeten uitrollen, via het Rijk. Het zou goed zijn als er meer centrale sturing komt, uiteraard wel in overleg met gemeenten. Die weten wat er speelt.’
Groningen werkt momenteel een motie uit om energiearmoede tegen te gaan, zegt Van der Schaaf: ‘Vaak hebben mensen met een smallere beurs niet de ruimte en tijd om over verduurzaming na te denken. Wat je wilt voorkomen is dat het weinige geld dat deze mensen hebben letterlijk wegwaait uit hun woning. Isoleren is een goede eerste stap.’
Chahim schreef al voorbeeldmoties waarmee je in de provincie en gemeente aanspraak kan maken op het geld uit het Europese noodfonds. Die voorbeeldmoties vind je hier.