Het leek zo mooi: de Regionale Energie Strategie. Niet het Rijk, maar de regio’s zelf zouden het beste weten, waar de windmolens en zonnepanelen het beste in het landschap passen. Maar nu de komst van windmolens steeds concreter wordt, neemt het verzet ongekende vormen aan. Omwonenden voelen zich niet serieus genomen en vrezen voor hun gezondheid en woongenot.
En het blijft niet bij NIMBY: nu de locaties zijn aangewezen, wordt de hoe vraag relevant. Is het in dat licht wel zo verstandig om regio’s waar het gemiddeld minder vaak waait vol te zetten met windmolenparken? Of is de energietransitie niet bij uitstek een vraagstuk dat vraagt om een bredere landelijk – of zelfs internationale – aanpak?
Daarom ditmaal de stelling: doormodderen met de RES gaat ten koste van het draagvlak en zal uiteindelijk de energietransitie bemoeilijken. Daarom is meer regie van het Rijk nodig.
‘In goed overleg met de provincie en regio kan je juiste keuzes maken’
Petra Verhoef
Fractievoorzitter Lansingerland
‘Dat de burgers beter meegenomen moeten worden bij het verder uitwerken en implementeren van de RES’en is een feit. Maar ik denk dat een energiestrategie juist goed op regionaal niveau ontwikkeld kan worden, in lijn met een regionale strategie voor economische ontwikkeling en woningbouw. In een regio kan je de verschillende belangen namelijk goed afwegen. Zo moet mijn fractie er niet aan denken dat bij station Lansingerland-Zoetermeer de mogelijke bouw van 4500 woningen niet doorgaat, omdat het gebied nu is aangewezen als windmolenlocatie. In goed overleg met de provincie en regio kan je juiste keuzes maken, daar heb je het Rijk niet bij nodig.’
Laten we samenwerken
Yasemin Cegerek
Wethouder in Heerde
‘De urgentie voor duurzame energietransitie en de overgang naar een circulaire economie moet door iedereen gevoeld worden. Daarom moeten de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN op landelijk niveau als een kompas dienen, zodat duurzame energie betaalbaar en toegankelijk blijft en grondstoffen duurzaam en circulair worden ingezet. Ook op regionaal niveau moeten we hier met de RES’en werk van maken. Daarbij zijn participatietrajecten en het vergroten van het draagvlak essentieel.
Ik denk daarom niet dat het een kwestie is van of of, maar van en en. De opgave die voor ons ligt is niet alleen enorm, maar ook buitengewoon complex. Voor de doorontwikkeling en de realisatie is verdere ondersteuning, investering en regie vanuit het Rijk een must. Uit cijfers van Statistiekbureau Eurostat bleek vorig jaar dat Nederland in de EU de minste duurzame energie op te wekken en dat mag het Rijk zich aantrekken.’
‘Meer regie is niet de oplossing, luisteren naar omwonenden wel’
Arnout van den Bosch
Raadslid in Amstelveen
‘De opgave van de energietransitie is gigantisch. Om de doelstellingen te halen moet grootschalig worden omgeschakeld naar duurzame energie. Dat vraagt veel van de samenleving, zeker al het gaat om projecten in de eigen achtertuin. De enige manier om dat succesvol te realiseren is door in gesprek te gaan met omwonenden en andere belanghebbenden. Dat is precies de aanpak van de RES. Uiteindelijk kan daarbij niet iedereen tevreden worden gesteld, maar het helpt wel. Juist doordat de RES geen product van het Rijk is, maar van overheden die een stuk dichter bij de mensen staan. Meer regie is niet de oplossing. Luisteren naar omwonenden wel.’
‘In dit tempo duurt het te lang’
Maaike Koper
Fractievoorzitter in Zandvoort
‘De komst van windmolens voor de kust zorgde voor veel verzet in Zandvoort. De inwoners hadden geen invloed. Dat zou bij de RES anders moeten zijn, maar door de ligging in Natura 2000-gebied hebben we nog steeds niet veel keus. Tegelijkertijd stuiten pogingen om parkeerplekken te overdekken met zonnepanelen weer op veel verzet.
We zitten in een impasse. Naast de RES’en moet er dus meer worden gedaan om het draagvlak te vergroten. Door het Rijk samen met gemeenten. Delen in de opbrengsten bijvoorbeeld. In dit tempo duurt het te lang. Zeker de laagste inkomens zijn daarvan vaak de dupe. Zij wonen in slecht geïsoleerde huizen met hoge energierekeningen. Het Rijk moet daarom daadkracht tonen. Schaf de verhuurdersheffing bijvoorbeeld af en laat corporaties investeren in duurzaamheid.’
We zijn op de juiste weg
Marjan Leijen
Raadslid in Schagen & DB-lid van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
‘Oneens met de stelling. De energietransitie is een gezamenlijke opgave. We willen – zonder uitzondering – aan onze kinderen en kleinkinderen een leefbare en duurzame wereld nalaten. Tegelijkertijd wil niemand een windmolen in de achtertuin of uitzicht op een veld vol zonnepanelen.
De huidige aanpak van onderop biedt om twee redenen de meeste kansen op succes: overheden bekijken gezamenlijk in een regio wat waar het beste kan, en betrokken inwoners kunnen mee praten en invloed uitoefenen. Wel is belangrijk dat vooraf duidelijk is dat weliswaar alle inbreng wordt gehoord en gewogen, maar niet per se kan worden gehonoreerd. Het is de taak van de politiek om algemeen en persoonlijk belang te scheiden en te wegen.
Ik ben ervan overtuigd dat we op de juiste weg zijn en dat voelt allerminst als doormodderen: in gesprek blijven met onze inwoners, de lange termijn belangen centraal blijven stellen (leefwereld van ons nageslacht), mogelijkheden voor financiële participatie vastleggen (met de lasten komen ook de lusten) en randvoorwaarden blijven bewaken (gezonde afstand tot windturbines).
De regie vanuit het Rijk is pas aan de orde als de regio’s er niet uit komen. Die stok achter de deur zal hopelijk niet nodig zijn. Voor het creëren van draagvlak is de afstand tussen Rijk en inwoners mijns inziens te groot.’
Het Rijk is te onzichtbaar geweest
Annet IJff
Wethouder in West Betuwe
‘Ik ervaar de RES niet als een structuur van doormodderen. In onze regio zijn we blij met de inzet en expertise van het RES-team en zijn we met elkaar tot een goed bod gekomen. Wel zou ik graag zien dat het Rijk meer communiceert over de urgentie van de energietransitie en uitdraagt dat de opdracht niet vrijblijvend is. Het Rijk is in aanloop naar de RES 1.0 te onzichtbaar geweest.’
Het draagvlak groeit niet als de regie bij het Rijk komt te liggen
Els Gasseling
Raadslid in Uithoorn
‘Wat ons betreft gaan we door met de RES. In onze gemeente zijn er geen problemen. Dat komt ook omdat er vanwege de nabijheid van Schiphol geen windmolens zijn toegestaan. Ieder nadeel heeft zijn voordeel, zullen we maar zeggen.
Ik denk niet dat de maatschappelijke weerstand zal afnemen als de locaties landelijk of internationaal worden bepaald. We ontkomen niet aan het plaatsen van zonnepanelen en windmolens op land. Het is natuurlijk wel zaak om zo veel mogelijk op zoek te gaan naar goede locaties met weinig hinder. Zorgen om woongenot en gezondheid zijn te begrijpen. NIMBY-gedrag is dat in mijn ogen niet.
Hoeveel energie er nodig is, hebben we ook zelf in de hand. Laten we daarom vooral ook inzetten op energiebesparing. Grootschalig energiegebruik door datacentra, cryptomunten en waterstoffabrieken zal het draagvlak voor duurzame energieopwekking namelijk niet vergroten.’
We zijn nog niet eens begonnen met de gebouwde omgeving en het onbegrip groeit
Arno Witkam
Wethouder in Borsele
‘In de RES Zeeland zijn een aantal concentratiegebieden aangewezen als locatie voor windenergie. Indicatief doel is om voor 2030 700 megawatt (MW) windenergie op te wekken. Hier is inmiddels al 523 MW van gerealiseerd. Het zijn ook voornamelijk locaties die al vele jaren hiervoor beschikbaar zijn en zijn opgenomen in het Provinciaal Omgevingsplan. Dat neemt allemaal niet weg dat er ook grenzen zijn aan de Zeeuwse ruimte voor windenergie. In onze provincie waait het vaak, maar dat wil niet zeggen dat Zeeland vol gezet moet worden met windmolens om andere provincies, waar de wind wat minder vrij spel heeft, te ontlasten.
Dat de energietransitie een breed vraagstuk is moge duidelijk zijn en eens dat we breder moeten kijken dan onze provincie of onze landsgrenzen. Maar het NIMBY-effect zal ook als het Rijk de regie neemt aan de orde zijn. We ondervinden de energietransitie in onze gemeente aan den lijve met de realisatie van windparken op zee. Ook wij merken dat hierdoor het onbegrip groeit en dan zijn we nog niet eens begonnen aan de gebouwde omgeving, waar haalbaarheid en betaalbaarheid ook nog eens uitgelegd moeten gaan worden.
Ik snap dat inwoners zich niet meer serieus genomen voelen, maar dat heeft ook vooral te maken met de macht van het kapitaal. Door burgers mee te nemen en te laten participeren in de energietransitie kunnen we het draagvlak vergroten.’
‘Doormodderen moeten we zeker niet’
Michèle Urru
Raadslid in Beesel
‘Doormodderen moeten we zeker niet! En wat mij betreft is dat precies wat we nu aan het doen zijn. Onlangs stelde we in de raad de RES 1.0 vast. We streven daarin naar maar liefst 50% participatie. Je hoeft niet gestudeerd te hebben om te zien dat de kans op succes erg klein is.
De overleggen over de RES worden nu vanuit de regio aangestuurd. Maar meer regie Rijk klinkt tegelijkertijd nog wat vaag en dat lijkt me ook weer niet de oplossing. Het blijft een lokale en politieke afweging. Wij als progressieve fractie vinden het bijvoorbeeld onverantwoord om windmolens in windarm gebied te plaatsen. De grote vraag is wat dan wel. Daar moeten we de komende tijd nog wel over hebben.’
Afbeelding: Bert Spierts | ANP