We lijken in een continue déjà vu te zijn beland. Weer de onduidelijkheid, weer een overbelaste zorg en weer de onzekerheid voor scholen die iedere dag iets anders horen over een mogelijke sluiting. En anders dan in het begin van de crisis toen iedereen overvallen werd door een onbekend virus en wereldwijde pandemie, mag je nu toch wel spreken van falend beleid op alle fronten. Dankzij het kabinet, dat elke keer te vroeg de teugels loslaat en vervolgens te laat acteert, zitten we nu in deze puinhoop en onzekerheid.
Iedereen wordt door de onzekerheid getroffen. Daar viel deze week voor niemand aan te ontsnappen: wel of geen code zwart, wel of geen sluiting van het onderwijs, wel of geen thuiszorg en wel of geen uitstel van de heupoperatie. Blijven de winkels open en kunnen we samen kerst vieren? En wat te denken van al die gezinnen, waar de spanningen oplopen doordat het aantal vierkante meters niet is berekend op het lange thuiszitten?
In een week, waarin de coronacijfers alle media domineren, zou je het bijna vergeten, maar er gebeuren ook nog andere dingen. Wanneer je daar naar kijkt, vallen meteen de parallellen met het falende coronabeleid op. De besluiteloosheid van het niet ingrijpen en niet consistent maatregelen treffen en uitvoeren, zie je op alle onderdelen van het regeringsbeleid. De ouders van de toeslagenaffaire worden niet snel en goed uit hun misère geholpen, de aanpak van de aardbevingsschade is geen steek verder, de wooncrisis wordt met de dag erger, de stikstofcrisis is nog steeds niet opgelost, en de vluchtelingenopvang wordt maar niet fatsoenlijk geregeld. En dan hebben we het nog niet eens over Afghanen, die wel voor ons mochten werken, maar niet op ons konden rekenen, toen de Taliban ‘onverwacht en snel’ de macht overnam.
De laatste in deze schrijnende reeks was Rutte, die zich op de klimaattop van Glasgow weigerde aan te sluiten bij de kopgroep van landen die stoppen met buitenlandse investeringen in fossiele brandstoffen. Want zei de premier: ‘We zijn demissionair.’ Een bijzonder vreemd argument als je je bedenkt dat het ‘demissionaire’ kabinet hier zich al 252 dagen niets van aantrekt. Uiteindelijk besloot Rutte zich onder druk van de – missionaire – Kamer wel aan te sluiten bij de kopgroep die zichzelf de enigszins vage naam Export Finance for Future (E3F) heeft gegeven.
Over een jaar stoppen we dus met het subsidiëren van kolen-, olie, en gasprojecten in het buitenland. Op zich goed nieuws. Helemaal als je in ogenschouw neemt, dat de zeven coalitielanden de afgelopen drie jaar nog voor $ 20 miljard in fossiele subsidies staken, terwijl de duurzame energie het met een schamele $ 17 miljard moest doen. Wie dacht dat Nederland dat beter doet, moet ik teleurstellen: $ 3,2 miljard voor fossiel ten opzichte van $ 728 miljoen voor schoon.
Dat kan en moet anders. Maar het mag al bijna geen verrassing meer heten: het kabinet laat het wederom afweten. En net als met corona, waar concrete resultaten uitblijven, is het kabinet ook hier heel tevreden met zichzelf. We moeten het doen met de volstrekt nietszeggende en ontoereikende constatering: ‘We willen zowel onze klimaatdoelen halen als onze toekomstige economie stimuleren en zorgen voor een gelijk speelveld, dus dat zoveel mogelijk landen meedoen’. Met wat minder woorden, maar wel helderder geformuleerd: alles blijft zoals het is.
Ondertussen huilt demissionair minister Blok tranen met tuiten om het vertrek van Shell en haalt hij zonder blikken of blozen de dividendbelasting van stal. Wel een uiterste wanhooppoging om een grote multinational te pleasen, maar geen cent extra investeren om de klimaatdoelen te halen. Het is steeds hetzelfde verhaal: op grote woorden volgen veel te weinig daden.
Bijschrift afbeelding: Protest tegen halfbakken klimaatbeleid van Rutte (links)
Afbeelding: Nico Garstman | ANP