Nog steeds domineren mannen veel gemeenteraden en colleges van B&W. Dat uit zich niet alleen in aantal, maar ook in een masculiene politieke cultuur, blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Atria. Vrouwen krijgen online meer haat over zich heen en blijken er in de vorige raadsperiode vaker de brui aan te hebben gegeven.
De aanpak moet strenger
Ugbaad Hassen Kilincci
Raadslid in Emmen
Je bent zelf als raadslid al jaren slachtoffer van allerlei vormen van haat. In 2019 kwam je daar zelfs landelijk mee in het nieuws?
De aanpak moet strenger
‘Op de Facebookpagina van de PVV Utrecht was een foto van mij met de tekst “Raadslid PvdA Emmen” geplaatst. Dat was niet zomaar: ik ben een zwarte vrouw en draag een hoofddoek. De suggestie was: zij hoort niet thuis in de politiek.’
Wat gebeurde er toen?
‘Daar kwamen allerlei negatieve reacties op. Tot en met oproepen tot verkrachting aan toe. Erg heftig.’
Wat heb je gedaan?
‘Ik deed aangifte tegen de mensen die zo hatelijk op dat bericht reageerden.’
Wat is er met die aangifte gebeurd?
‘Een daarvan heeft een geldboete gehad van het OM.’
Was dat naar tevredenheid?
‘Nee, ik had er meer van gehoopt en verwacht. Het probleem met vrouwenhaat, racisme, discriminatie en islamofobie is dat niet helder is wat precies beledigend is en wat daar dan een gepaste straf voor zou moeten zijn.’
Wat vind jij dat er moet gebeuren?
‘Dat er echt een strengere aanpak moet komen. Het is natuurlijk complex, want het is niet één ding ook. Als het alleen om vrouwenhaat zou gaan, dan kun je dat geïsoleerd aanpakken. Maar er komen veel meer vormen van haat langs.’
Rassen-, vrouwen- en religieuze haat komen veel voor. Zitten daar vormen van haat bij die kwetsender aanvoelen dan andere?
‘Waar je zelf niets aan kan doen, doet mij persoonlijk het meeste pijn. Ik kan bijvoorbeeld niets doen aan mijn kleur.’
Is er iets veranderd sinds 2019?
‘Ja en nee. Er is iets veranderd bij mezelf: ik deel minder zaken op social media. Dat zorgt voor meer rust bij mij. Maar bij anderen is het erger geworden. Als je ziet wat andere vrouwen allemaal naar hun hoofd geslingerd krijgen, lijkt het alsof de grens van de vrijheid van meningsuiting steeds verder opschuift.’
Dat is een ook een lastig punt telkens, dat mensen zeggen dat vrijheid van meningsuiting ongelimiteerd is.
‘Ik vind dat de vrijheid van meningsuiting stopt wanneer je de vrijheid van een ander aantast. Als je groepen of individuen beschadigt met je uitingen, is dat geen vrijheid van meningsuiting meer.’
Vind je het verstandig om online wel of juist niet in discussie te gaan met mensen die vervelende uitspraken doen?
‘In het verleden vond ik dat je altijd open moest staan voor een gesprek en dat je ze een kans moest geven. Maar nu denk ik dat je beter kan focussen op de meerderheid die wel fatsoenlijk inhoudelijk reageert. Ik besteed daar mijn energie liever aan.’
Dan speel ik even advocaat van de duivel: als je reageert op beledigende uitspraken, wordt het erger. Als je niet reageert, wordt het ook erger.
‘Dat klopt helaas. Het zou daarom goed zijn als sociale mediaplatforms verantwoordelijk gehouden worden voor alle accounts die dat gif verspreiden. Om dat te bewerkstelligen is het belangrijk dat de overheid een grotere rol pakt. Normeren is noodzakelijk. Sommige regels over vrouwenhaat en haat op sociale media moeten aangepast worden. Het strafrecht dekt lang niet alles en wat wel gedekt lijkt, is nog niet altijd goed.’
Vrouwen krijgen meer over zich heen dan mannen
Miranda de Vries
Burgemeester in Etten-Leur
Uit het onderzoek van Atria blijkt onder andere dat vrouwen stelselmatig méér haat ontvangen dan mannelijke collega’s. Verbaast dat je?
‘Ik herken het wel. Eigenlijk is het wel erg dat het me niet verbaast, want het is natuurlijk erg gek.’
Waarom verbaast het je niet?
‘Je ziet het bijvoorbeeld bij Sigrid Kaag. Het gemak, waarmee mensen haar een heks noemen en dat soort woorden kiezen is echt erg groot. Het lijkt wel of de bandbreedte van lelijkheid extremer is bij vrouwen dan bij mannen.’
Hoe verklaar je dat?
‘Dat vind ik heel ingewikkeld. Misschien heeft het dezelfde achtergrond als het onverklaarde loonverschil tussen mannen en vrouwen.’
Hoe bedoel je?
‘Dat het toch nog steeds te maken heeft met het inhalen van achterstanden op werk, het publieke leven, alles. Ik weet niet of die samenhang er is, maar logisch vind ik het niet. Die bandbreedte zit ‘m er ook in dat je op de een of andere manier op meer manieren te raken bent.’
Op wat voor manier?
‘Je wordt aangevallen op de inhoud én op je geslacht, bij mannen is die combinatie er niet. Ik zou ook geen mannelijk equivalent van heks weten. Tegen mannen wordt wel eens “narcist” of “eikel” gezegd, maar bij vrouwen is het aantal bruikbare woorden groter.’
Heb je er zelf ook veel last van?
‘Ja, in het verleden wel (als burgemeester in Geldermalsen, red). Als een paar honderd mensen zingen “daar moet een piemel in”, is dat meer dan bizar. Zoiets doen ze niet bij mannen.’
Het is ook een soort afgunst dus?
‘Ja. Op social media valt het bij mij wel mee. Ik heb net mijn afscheid als burgemeester aangekondigd. Daar waren de meeste reacties gewoon positief op.’
De meeste reacties.
‘De negatieve reacties kwamen neer op zaken als “je gaat zeker anders meer verdienen”. Genderneutrale kritiek dus.’
Wat hebben online haatberichten voor impact op het politieke werk?
‘Het is toch makkelijk om met gewone, genderneutrale boosheid om te gaan dan wanneer je ook nog op je vrouw-zijn wordt aangesproken. Als het inhoudelijk is, ga ik gewoon het gesprek aan. Dan kan het dat je moet concluderen dat je elkaar niet kan overtuigen, maar dan is het in ieder geval op basis van argument. Dat is hoe politiek bedoeld is.’
En als het persoonlijk wordt?
‘Dat is erg frustrerend, want je kunt er ook niks aan doen. Het is vervelend dat de toon van het debat de laatste jaren negatiever is geworden. Toch kan ik dat veel makkelijker naast me neerleggen dan zo’n aanval op het vrouw-zijn.’
Hoe kun je je het beste weren tegen online haat?
‘Probeer het toch naast je neer te leggen. Daarbij moet je je realiseren dat de grote meerderheid niet zo is. Als je acht fijne reacties krijgt en één niet fijne, dan onthoud je die laatste vooral. Maar als je je ervan bewust bent dat die negatieve de uitzondering is en het systeem herkent, kun je het ook makkelijker van je af laten glijden.’
Escaleert het als je het onweersproken laat niet steeds verder?
‘Alles wat je aandacht heeft groeit. Je kunt twittertrollen niet tegenhouden. Maar in andere omgevingen, zoals in de raad of in gesprekken, kaart ik negatief gedrag gewoon aan. Daar kun je wél invloed uitoefenen.’
En op de social media dan?
‘Daar is gewoon meer toezicht nodig. Algoritmes moeten herleidbaar en transparant zijn. En in de spelregels kun je zaken veranderen, waardoor anoniem scheldgedrag moeilijker wordt gemaakt.’
De aanpak is nu te genderneutraal
Mickey Steijaert
Onderzoeker bij Atria
Waarom is dit onderzoek zo relevant?
‘Omdat wij zien, dat er nog steeds geen gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen is in de politiek. Atria beheert het archief van de vrouwenbeweging in Nederland, die beweging strijdt al eeuwenlang voor onder andere een gelijke politieke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen. Die strijd is natuurlijk nog niet gestreden. Daarbij hebben we specifiek naar gemeenteraden gekeken, omdat de gemeente een kweekvijver is van politiek talent. En we zien dat de uitstroom van vrouwen daar heel groot is.’
Hoe groot?
‘Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 was 34% van de gemeenteraadsleden vrouw en aan het eind van die periode was dat nog maar 31%.’
Een van de conclusies in jullie rapport is dat dit komt door online vrouwenhaat. Hoe verklaar je dat vrouwen online meer over zich heen krijgen dan mannen?
‘Vrouwelijke politici worden vaak verweten af te wijken van de norm. Die norm is nog steeds masculien: bij een politicus denken de meeste mensen aan een man. Een van de door ons geïnterviewde vrouwen vertelde bijvoorbeeld dat werd gezegd dat ze maar aardappelen moest gaan schillen. Daarmee wordt benadrukt dat zij niet thuis zou horen in de politiek.’
Zijn alleen vrouwen hier slachtoffer van?
‘Nee. Datzelfde fenomeen zie je bij mensen, die LHBTI’er of niet wit zijn. Hen wordt eveneens verweten “af te wijken van de norm”. Omdat zij niet passen bij de verwachting die de meeste mensen hebben van een politicus, krijgen zij vaker te maken met (online) haat. Ook binnen de politieke arena. In de landelijke politiek zag je dat bijvoorbeeld bij een discussie tussen Mark Rutte en Sylvana Simons, waarbij Rutte verweet dat Simons zo “geïrriteerd” klonk. Dat verwijt krijgen mannelijke politici niet zo snel.’
Komt die daling van 34 naar 31% alleen door dit soort zaken?
‘Er zijn ook andere verklaringen mogelijk. Zo vindt veel raadswerk in de avonduren plaats en komt de zorg voor kinderen thuis vaker voor rekening van vrouwen dan van mannen. Maar los van of vrouwen stoppen, belemmert online haat ze hoe dan ook in hun ambities.’
Hoe dan?
‘Ten eerste houden vrouwen zich vaak in: ze beperken hun sociale mediagebruik of posten in voorzichtigere bewoordingen.’
Waarom is dat zo erg?
‘In de politiek is het belangrijk om zichtbaar te zijn. Zeker online. Als je je om hatelijke reacties inhoudt, kan dat je kansen op een succesvolle politieke carrière dus belemmeren. Maar een alternatief is er eigenlijk niet. Wanneer je je niet inhoudt, kan de dreiging heel ernstig worden en impact hebben op je persoonlijke leven. De haat die landelijke politici als Kaag en Simons over zich heen krijgen is wat dat betreft illustratief. Het schrikt ook af.’
Wat als je zelf te maken krijgt met bedreigingen?
‘Praat erover met collega-raadsleden. En als het om een concrete bedreiging gaat, doe dan ook aangifte.’
Wat kun je er meer in brede zin aan doen?
‘Erkenning is belangrijk. Vrouwen worden vaker en harder door haat geraakt en moeten continu vechten tegen het gevoel, dat ze er niet tussen horen. Er wordt te vaak met een genderneutrale blik gekeken naar online beledigingen en bedreigingen.’
Hoe moet het dan wel?
‘Atria en Stem op een Vrouw zijn een postercampagne gestart. Daarin geven we tips, zoals dat het goed is om het in de raad openlijk over online haat te hebben. Voorkom dat slachtoffers het gevoel hebben dat ze er alleen voor staan. En geef ze de ruimte om ervaringen en emoties te delen en steun elkaar.’
Wat moet er verder gebeuren?
‘De prioriteit moet nu liggen bij het erkennen van het probleem, met name binnen de gemeenteraad en landelijke politiek. Daar moet men aan de slag met het maken van een goed protocol voor online veiligheid. Een veilige werkcultuur staat voorop: alleen dan groeien we toe naar het vormen van een inclusieve politieke vertegenwoordiging.’
Afbeelding: Sabine Joosten | ANP