Waar vult de Kamer haar dagen eigenlijk mee? En zijn er nog zaken die extra aandacht van lokale bestuurders verdienen? Eens in de maand licht senior-beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen interessante zaken uit de schijnbaar onuitputtelijke stroom van moties, amendementen en spoeddebatten. Ditmaal over coffeeshops en middelbare schooladviezen.
Experiment regulering achterdeur wietteelt te beperkt
Het heeft even geduurd, maar Nederland lijkt nu toch eindelijk een eerste stap naar regulering van de wietteelt te gaan zetten. Ook dit kabinet ziet in dat de situatie van gedoogde verkoop, maar verboden teelt en inkoop op zijn minst een tikkeltje vreemd is.
Al in 2005 pleitte toenmalig PvdA-Kamerlid Nebahat Albayrak met succes voor een kleinschalig experiment. Met succes: ze wist een meerderheid van de Kamer achter zich te krijgen en ook burgemeester Leers van Maastricht steunde haar. Toch kwam er geen experiment. Na de verkiezingen van 2006 verdween de meerderheid en daarmee de steun voor een experiment.
Was Nederland destijds nog koploper, inmiddels zijn we links en rechts ingehaald door landen waar cannabis zelfs gelegaliseerd en dus gedecriminaliseerd is. Een stap die het huidige kabinet overigens niet wil zetten. In het regeerakkoord is afgesproken dat er in 6 tot 10 gemeenten geëxperimenteerd gaat worden. Coffeeshops mogen daar niet alleen gedoogd verkopen, maar kopen de wiet ook in van aangewezen telers.
Nederland is al lang geen voorloper als het gaat om wiet
Het wetsvoorstel is onlangs naar de Tweede Kamer gestuurd. Attje Kuiken toonde zich gematigd positief. Ze is weliswaar verheugd dat er eindelijk een experiment voor regulering van de achterdeur komt, maar deze eerste stap is vanwege de beperkte omvang zeker niet perfect. In die kritiek staat ze niet alleen. Ook de door de regering aangestelde onafhankelijke adviescommissie en de Raad van State vinden een experiment met maximaal tien gemeenten te beperkt.
Kuiken is bang dat het nu voorgestelde experiment op zijn best te weinig informatie oplevert, en in het slechtste geval al bij voorbaat mislukt is. Ze roept de minister daarom op om het aantal gemeenten uit te breiden. Levert ook minder keuzestress op, aangezien al meer dan tien gemeenten interesse hebben getoond. In het verlengde daarvan vroeg Kuiken zich af hoe de minister de tien gemeenten gaat aanwijzen en of coffeeshopshouders in die gemeenten verplicht worden om deel te nemen aan het experiment. Binnenkort volgt het antwoord van de minister.
Middelbare schooladviezen in Groningen structureel lager
Groningse basisschoolleraren blijken gemiddeld lagere schooladviezen te geven dan hun collega’s in de rest van het land. Zorgwekkend, want zo komen veel Groningse kinderen niet op het goede niveau terecht, vrezen Kirsten van den Hul en Henk Nijboer. Ze vroegen minister Slob (ChristenUnie) om opheldering.
Die gaf aan dat adviezen in de provincie Groningen inderdaad vaker lager uitvallen dan de score tijdens de eindtoetsen. Daardoor moeten de adviezen vaker heroverwogen worden. Toch ziet minister Slob het probleem niet zo. Volgens hem zorgt de eindtoets ervoor dat het beeld wordt rechtgetrokken. Leerlingen met een te laag schooladvies gaan zo uiteindelijk toch naar de juiste school.
In Groningen krijgen kinderen een lager schooladvies dan elders
Andersom horen Van den Hul en Nijboer regelmatig dat hoogopgeleide ouders in de steden leerkrachten onder druk zetten om hun kind een hoger schooladvies te geven. Is dat niet ook een reden dat er in minder stedelijke provincies als Groningen behoudender wordt geadviseerd? Minister Slob erkent dat leerkrachten in de verstedelijkte gebieden meer druk van ouders ervaren dan in de rest van Nederland. Hij neemt deze regionale verschillen dan ook zeer serieus en komt er in de jaarlijkse rapportage over de eindtoetsresultaten op terug.
Afbeelding: Anke Teunissen | Hollandse Hoogte
Contactgegevens:
T: 070-3182792
E: [email protected]